166/,
OPENBARE VERGADERING
van den RAAD der gemeente
VOENSDRECHT op Maandag 28 Januari 1939 des namiddags te
half drie.
Voorzitter: de EdelAchtb.Heer J.J.M.Hubert.
Tegenwoordig alle leden van den Gemeenteraad.
De Voorzitter opent de vergadering en houdt de volgende rede:
Mijne Heerah,
Bij de eerste vergadering,welke dit (jaar gehouden wordt, roep ik
U allen een hartelijk welkom in deze zaal toe,terwijl ik U allen
tevens een oprecht en wel gemeen gelukkig en zalig Nieuwjaar toe-
wensoh
Moge het jaar 1939 voor allen en voor Uwe gezinnen een jaar
zijn van voorspoed en geluk in tijdelijke en geestelijke zaken,
terwijl ik hoop,dat U allen van rampen gespaard moogt blijven.
Moge dit jaar de economische hemel nog wat meer opklaren,dan
voorzeker zal dit jaar voor alle categorieën van .ingezetenen een
voorspoediger jaar zijn dan het afgeloopen jaar.
Met een enkel woord wil. ik U allen,in het bijzonder de Heeren
Wethouders,dank zeggen voor de prettige en aangename samenwerking,
welke in het jaar 1928 tussohen U en mij heeft bestaan,terwijl
ik vertrouw,dat eenzelfde samenwerking in 1939 zal plaats hebben,
waar door onderlinge waardeering en gepast overleg de belangen
dezer gemeente op de jpiste wijze gediend kunnen worden.
Aan die leden van den Raad,die persoonlijk mij blijken van
belangstelling heoben gegeven,betuig ik mijn hartelijken dank,
terwijl ik hen in het bijzonder alle goeds toewensch.
Met de bede,dat Gods zegen dit jaar op Uw arbeid moge rusten
open ik de eerste vergadering dezes jaars.
Hierna neemt Wethouder Jacobs het woord en zegt:
Geachte Burgemeester.
Ik geloof in deze de tolk te zijn van geheel den Raad,wanneer