*4^- 181 -f
kosten van instandhouding aan de gemeente in rekening kunnen
worden gebracht;
dat aan het bestuur dier school over de jaren, 1935,1828 en 183?
aan kosten van instandhouding voor het Bijzonder Lager Onder
wijs is uitbetaald geworden respectievelijk 510,-, 395,83
en 400,14,derhalve in totaal t 1305,96,waaronder begrepen
de door dat bestuur geïnde schatgelden ten bedrage van 715,70;
dat het bedrag der kosten van instandhouding ten behoeve dier
school over meergenoemd tijdvak definitief moet worden vast
gesteld en verrekend;
Gelet op art.101,sub 8,juncto art.103,der Lager Onderwijswet
1920, Stbl .No.778;
BESLUIT:
la. De vergoeding voor de kosten van instandhouding ten behoeve
der Bijzonder R.K.Meisjesschool,te Woensdreoht,over het tijdvak
van 1 Januari 1835 tot ultimo December 192? vast te stellen op
1305,93;
b. de door gemeld Schoolbestuur gedane uitgaven definitief
vast te stellen op een bedrag groot 1370,0?f.
II. Te bepalen:
a. dat ten laste van gemeld Schoolbestuur over meergenoemd tijd
vak blijft 1370,07-| - 1305,96,zijnde 64,11^ (vier en
zestig gulden elf en een halven cent).
b. dat voor de afrekening over het jaar 192? in de gemeentekas
nog moet worden teruggestort volgens Raadsbesluit d. a. heden
21,26 (een en twintig gulden zes en twintig cent) welke
stating vóór 1 Maart 1929 moet plaats hebben.
VII. VOORSTEL VAÏÏ BURGEMEESTER EU WETHOUDERS TOT WIJZIGING
DER BEGROOTINGEN DIENST 1928 EN 1838.
DIENST 1938.
INK. _0_ JL STEN
Verhooging.
AfdeelingH,Hoofdstuk VIII,par.7,'Wolgn. 181a.