306 i
Polderbestuur hier aanwezig is; mogelijk wil deze den Heer
Rens wel antwoorden wat het dempen van den sloot aangaat.Hij
wil gaarne eens confereeren met dat bestuur,doch verwacht hier
van niets
De Heer Hussaarts merkt op,dat het dempen van die waterlossing
enorme kosten mede zal brengen,terwijl hij tevens de vraag
stelt,waar het Polderbestuur alsdan met het water zal moeten
blij ven.Hij verwacht,dat verbreeding van dien weg geen voor-
deelen zal opleveren.In het najaar zal deze weg,tengevolge van
het bietenvervoer,toch wel mèdder zijn en haast onbegaanbaar.
Spreicer rijat dikwijls over dien weg en hij meent,dat,wanneer
hij daarover kan rij den,anderen dit ook gevoegelijk kunnen.
De Heer Rens zet nog eens zijn idéé:-omtrent den toestand van
dien weg uiteen en merkt nog op,dat in het najaar die weg zoo
goed als omberijdbaar is.
De Heer Vermaat zou het voorstel willen doen om dien weg in
een behoorlijken toestand te onderhouden,doch is er niet voor
om hieraan groots uitgaven te besteden.
De Voorzitter antwoordt.dat dit ook de meening van het Dage-
lijksch Bestuur is.
Wethouder Jacobs,tevens Dijkgraaf van Prins Karelpolder,meent
dat de plannen van den Heer Rens heel mooi zijn,doch dat deze
te groots veranderingen omvatten,welke toch niet tot stand
kunnen komen.
De Heer Rens merkt op,dat de Raad zijn bedoeling niet begrijpt,
Het ligt niet op den weg der Begrotingscommissie te adviseeren
om groote kosten te maken,doch om met het geld,dat nu jaarlijks
aan dien weg wordt uitgegeven,iets goeds tot stand te brengen,
be Heer Davervelat meent,dat door het aanbrengen van een laag
koola3ch dat rijwielpad niet verbeterd zal worden.
De Voorzitter sluit hierna de discussie's en geeft in overweging
te besluit en,dat de Wegenoommissie den toestand van dien weg
in oogenschouw zal gaan nemen en aan Burgemeester en Wethouders
zal rapporteeren,welke verbeteringen dienen te worden aangs-