OS?. 305^
Vermaat zegt spreker het eens te zijn, clat wanneer het groot
verbeteringswerken betreft,de Raad zijn oordeel er over dient
te vellen,Spreker meent,dat al het geld wat tot'nu toe voor ver
betering van dien weg is uitgegeven,door hem beschouwd wordt
als te zijn weggegooid en nutteloosDikwijls is dis weg onbe
gaanbaar, vooral in het winterjaargetijde,terwijl hij het meest
noodzakelijk zou vinden, dat de weg te zijner tijd verbreed wordt
omdat de landbouwers in het najaar elkaar bijna niet met karren
hij
kunnen passeeren.Hierom zou. er voor zijn Burgemeester en Wet
houders te machtigen een onderhoud met het desbetreffende
Polderbestuur aan te vragen sn eens met dat Bestuur te bespreken
op welke wijze deze aangelegenheid het beste tot een oplossing
zou kunnen komen.
De Voorzitter merkt op,dat het meerendeel der wegen op den
duur,ingevolge de Rijkswegenwet,verbreed zal worden.De verhar
ding zal alsdan elf meter moeten bedragen,terwijl hst wegvak
een breedte dient te heoben van ongeveer veertien meter; dit
allies naar gelang de wegen in verschillende klassen zijn inge
deeld. Doch op het oogenblik is er nog geen enkele weg,hoch van
het Rijk,noch van de Provincie,die hieraan voldoet.In deze
heeft het gemeentebestuur niets te maken met het polderbestuur,
doch bij plannen tot eventueels verbreeding zal met de aan
grenzende eigenaren,derhalve met de Ingelanden van dien polder
onderhandeld moeten worden.Wat de Heer Rens ter sprake brengt
zijn allen: mooie plannen voor de toekomst,doch daar hebben we
nu niets aan.
De Heer Rens geeft hierom het Gemeentebestuur in overweging
te trachten bij het Polderbestuur het daarheen te leiden,dat -
de waterlossing,gelegen naast den oostelijken berm van dien weg,
wordt gedempt,dan kan de weg vanzelf verbreed worden.Hij zou
dit werk in het w int er j aar get ij de tot stand willen brengen door
middel van werklooze arbeiders en dit werk,waar het nog al wat
zal kosten,over eenige jaren willen verdeelen.
De Voorzitter zegt,dat de Dijkgraaf van het desbetreffende