178/?
afrekening over de jaren 1925 tot en Bist 19 27 zal worden ver
rekend.
VI. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLING
VAN DE DRIEJAARLIJKSCHE AFREKENING DER VERGOEDING EX ART.101
DER LAGER ONDERWIJSWET VOOR DE BIJE-R.K. SCHOLEN. Zonder hoofdei j^e
ste niming worden de vol genu, hes lui ten. vastgesteld.
1. DE RAAD DER GEMEENTE WOEN SDRECHT
Overwegende:
dat door het R.K.gerkbestuur der Parochie van O.L.Vrouw Hemel
vaart, tevens "bestuur der R.K. Jongens school, te noogerheide, over
het driejarig tijdvak,loopende van 1 Januari 1935 tot ultimo
peoember 1927,ten behoeve van ds instandhouding dier school
uitgaven zijn gedaan tot een bedrag groot 5480,23^,terwijl
die uitgaven door volledige quitantie's zijn gestaafd;
dat die uitgaven door het gemeentebestuur bij besluit van 14
Januari 1929 zijn verminderd met 68,10,op grond,dat de des
betreffends gedane betaling tot evengemeld bedrag niet aan de
gemeente voor kosten van instandhouding in rekening kan worden
gebracht,zoodat het totaal der uitgaven over gemeld driejarig
tijdvak heeft bedragen 5412,13^;
dat aan het bestuur dier school over de jaren 1935,1926 en 1837
aan kosten van instandhouding voor het Bijzonder Lager Onderwijs
is uitbetaald geworden respectievelijk 1867,50, 1781,19 en
1889,55,derhalve in totaal 553824,waaronder begrepen de door
dat bestuur-geïnde schoolgelden ten bedrage van 2895,75;
dat aan het schoolbestuur voor de afrekening over het jaar 1926,
vastgesteld bij Raadsbesluit van 27 januari 1928 tsn onrechte
34,94 is bijbetaald geworden,welk bedrag 0,30 te hoog was
berekend;
dat het bedrag der kosten van instandhouding ten behoeve dier
school over meergenoemd tijdvak definitief moet worden vastge-
steld en verrekend;
Gelet op art.101,sub 8,juncto art.103 der Lager Onderwijswet
1920,Stbl.No.778;
i