/Jf- 1< 6 j
i
I.
Overwegende:
dat het bedrag der kosten van instandhpuding ten behoeve der
R.K.Jongensschool,te Hoogerheide,uitgekeerd bij voorschot over
het jaar 1937,definitief moet worden vastgesteld;
dat,nu in deze gemeente geen openbaar onderwijs meer wordt
gegeven,dat bedrag moet worden bepaald naar het gemiddelde der
som van de kosten per leerling in drie overeenkomstige gemeenten
uitgegeven;
dat,volgens de door Heeren Gedeputeerde Staten vastgestelde
rekeningen in drie soortgelijke gemeenten da gemiddelde kosten
van instandhouding per leerling hebben bedragen 7,41;
dat over het jaar 1927 een gemiddeld aantal leerlingen ad 255
voormelde R.K.Jongensschool heeft bezocht;
dat over gemeld jaar aan voorschot op die kosten is uitbetaald
900,-,terwijl aan schoolgeld moest ontvangen worden 930,30,
welk bedrag ook inderdaad door het schoolbestuur is geïnd
geworden;
Gelet op artikel 103,4e lid der Lager Onderwijswet. 1920;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
Besluit:
1. De kosten van instandhouding,ingevolge art.103 der Lager
Onderwijswet,over het jaar 1927 ten bsnoeve der R.K.Jongens
school, te Hoogerheide,vast te stellen op 7,41 per leerling;
2. Te bepalen:
dat aan gemeld schoolbestuur over voornoemd jaar moet worden
uitgekeerd 255 x 7,41 is 1889,55,terwijl aan voorschot op
die kosten is uitbetaald 900,- en aan schoolgeld is ontvangen
930,60,derhalve in totaal voor de kosten van instandhouding
is genoten 1830,30;
dat over gemeld jaar nog moet worden uitgekeerd het verschil
tusschen 1889,55 en f 1830,60,zijnde 58,95 (acht en vijftig
gulden vijf en negentig cent) welk bedrag bij de eindafrekening
over de jaren 1925 tot en met 1927 zal worden verrekend.