S7«.; A i VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. De Voorzitter doet voorlezing van het rapport der Commissie van onderzoek,hetwelk luidt als volgt Bij besluit Uwer vergadering, d.d. 24 Juni 1929 werd aan Uwe Commissie opgedragen een onderzoek in te stellen betreffende de rekening dienst 1928 met de daarbij behoorende bescheiden, welke stukken Uwen Raad bereids zijn aangeboden op 31 Juli aezes jaars. In de vergadering Uwer Commissie op heden werden bovenvermelde rekening met de daarbij behoorende stukken aan een nauwkeurig onderzoek onderw/orpen en heeft mitsdien Uwe Commissie de eer Uwen Raad het volgende te rapporteeren: ALGEMEENE BESCHOUWINGEN De opbrengst aan opcenten op de Rijksinkomstenbelasting en die der gemeentelijke inkomstenbelasting hebben in totaal 34800,82 bedragen,terwijl deze post^op de begrooting waren uitgetrokken ad 38866,-,zoodat aan belasting 4065,18 minder is ontvangen dan bij de begrooting gevoteerd. Alsnog is in 's Rijksschatkist teruggestort moeten worden 1342,56 wegens teveel genotene aan Gemeentelijke inkomsten belasting en aan opcenten der Rijksinkomstenbelasting,terwijl bovendien aan het Rijk is terugbetaald 2991,51 voor het aandeel in de kwade posten der Rijks-en Gemeentelijke inkomsten belasting en van dat der Personeels belasting over het jaar 1925. Voormelde mindere ontvangst en deze meerdere uitg&afrpbulten de kwade posted,vormen in totaal een bedrag van 5407,74,welke soiü voor een groot deel- van invloed is geweest op het saldo der rekening. In aanmerking nemende deze mindere ontvangst en deze vermeer dering van uitgaven geeft de rekening van den gewonen dienst een nadeelig saldo ad 3384,-. Aan de hand dezer gegevens meent Uwe Commissie de meening te mogen uitspreken,dat hieruit voldoende blijkt,dat door het Dagelijksch Bestuur een zoo zuinig mogelijk beheer is gevoerd.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1929 | | pagina 110