1.75
Overwegende:
dat het "bedrag der kosten van instandhouding ten "behoeve der
R.K.Meisjesschool,te Hoogerheide,uitgekeerd bij voorschot over
het jaar 192? definitief moet worden vastgesteld;
dat,nu in deze gemeente geen openbaar onderwijs meer wordt
gegeven,dit bedrag moet worden bepaald naar het gemiddelde Ier
som van de kosten per leerling in drie overeenkomstige gemeenten
uitgegeven;
dat volgens de door Heeren Gedeputeerde Staten vastgestelde
rekeningen van drie soortgelijke gemeenten de gemiddelds kosten
van instandhouding per leerlingen hebben bedragen 7,41;
dat over het jaar 1927 een gemiddeld getal leerlingen ad 213
voormelde R.K.Meisjesschool heeft bezocht;
dat over gemeld haar aan voorschot in die kosten is uitbetaald
800,-,terwij 1 aan schoolgeld moets ontvangen worden 788,90,
welk bedrag ook inderdaad door het Schoolbestuur is gein ge
worden;
Gelet op art.103,4e lid der Lager Onderwijswet 1930;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
Besluit:
1. De kosten van instandhouding,ingevolge art.103 der Lager
©nderwijswetover het jaar 192? ten behoeve der R.K.Meisjes
school, te Hoogerheiae,vast te stellen op 7,41 per leerling.
2. Te bepalen:
dat aan gemeld Schoolbestuur over voornoemd jaar moet worden
uitgekeerd 213 x 7,41 is 1578,33, terwij 1 aan voorschot op
die kosten is uitbetaald 800,- en aan schoolgeld is ontvangen
788,90,derhalve in totaal voor de kosten van instantihouding
is genoten 1588,90;
dat over gemeld jaar in de gemeentekas moet worden teruggestort
het verschil tusschen 1588,90 en 1578,33,zijnde 10,57,
(tien gulden zeven en vijftig cent) welk bedrag bij de eindaf
rekening ovsr de jaren 1925 tot en met 182? zal worden verrekend
2. DE RAAD DER GEMEENTE WOENSDRECHT