162 /f De Voorzitter zegt,dat hij ia deze zaak niet gedraaid heeft, doch dat Hertogs tegen Burgemeester en Wethouders nu zoo pratte en acftter den rug van het Dagelijksch Bestuur tegen de Commissie een geheel andere meening verkondigde.Alleen heeft hij aan Hertogs gezegd,dat hij de vaste toelage,hem door de Commissie aangeboden,niet kon accepteeren,omdat zulks in strijd was met de Pensioenwethetgeen voldoende is gebleken uit de Nota van Aanmerkingen bij Heeren Gedeputeerde Staten op de be- grooting gevallen.In de Commissie-vergadering heeft spreker gezegd,dat de bode wel zou kunnen afvloeien,mits die diensten door de veldwachters zouden kunnen plaats hebben.Was de ont heffing door den Commissaris der Koningin verleend,alsdan hadden wij nu dergelijke moeilijkheden niet.Hij heeft in deze gedaan, wat hij meende te moeten doen en persoonlijk den Gouverneur verzocht ontheffing te verleenen,alsmede van de genomen beslis sing te wallen afstappen,doch dit had geen resultaat.In de toe komst zal hij aan de veldwachters geen bodediensten meer op dragen, omdat hij van geen enkele hoogere poli^ie-autoriteit dienaangaande een reprimande wil ontvangen.Hertogs heeft hem persoonlijk gezegd de woning van veldwachter Aarden te willen huren tegen ƒ3,- per week,terwijl hij voor de woning achter het gemeentehuis niet meer dan 1,50 wilde geven. Nog wil de Voorzitter opmerken,dat de Heeren ook niet uit het oog mogen verliezen,dat de politie volgens de instructie de be schikking moet hebben over een vrije woning,terwijl de woning achter het gemeentehuis absoluut niet vrij is.Indien de veld wachter daar moet gaan wonen,alsdan verwacht hij,dat de politie™ bonden bij Heeren Gedeputeerde Staten wel een nadere voorziening zullen vragen. De Heer Vermaat zegt den toestand niet goed te begrijpen.Wie heeft in deze de beslissing te nemen Hertogs of de Raad?.De Raad heeft toch voor geen woning voor den bode te .zorgen,alle-en slechts voor de veldwacnters.Hertogs heeft van den Raad gekregen

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1928 | | pagina 38