160 -f
.h
zijn genomenGok meent hij te moeten opmerken,dat hij gehoord
heeft,dat de Rijksveldwachter van Dun de woning,bewoond door
veldwachter Aarden,wel zou willen huren.
De Voorzitter zegt,dat dit ook werkelijk in de bedoeling heeft
gelegen,doch dat zulks door verschillende omstandigheden ge
wijzigd is.Op de eerste plaats hebben Burgemeester en Wethouders
aan den Procureur Generaal geschreven die woning ter beschikking
te stellen van den Rijksveldwachter,waarop van die autoriteit
een afwijzende beschikking is ontvangen,Dan nog heeft spreker
ontheffing gevraagd van de instructie voor de veldwachters,wat
betreft het doen van bodediensten,waarop door den Gouverneur
dezerProvincie een afwijzend beschikking is genomen.Spreker
leest geheel deze correspondentie voor.Na ontvangst van dit
schrijven over het verrichten van bodediensten heeft spreker
een audiëntie gehad bij den Heer Commissaris der Koningin en
deze autoriteit verzocht alsnogï.op de door ZÉxoellentie genomen
beslissing te willen terugkomen,waarop spreker een ontkennend
antwoord heeft bekomen.Het gevolg hiervan zal zijn,dat met
ingang van 1 Januari de gemeente zonder "feode zal komen en die
diensten moeten toch verricht worden,Mogelijk ware in deze een
oplossing te vinden door aan Hertogs de woning,achter het
gemsentehuis gelegen,te verhuren en het dochtertje vanHertogs
de bodediensten te laten verrichten,wijl alsdan gevoegelijk
met het op de begrooting uitgetrokken bedrag zou kunnen worden
volstaan,
De Heer Rens zegt,dat -van den beginne af in deze zaak gedraaid
is door den VoorzitterSpreker weet ook,dat de Voorzitter
Hertogs gezegd heeft de te verstrekken toelage ad 250,- niet
aan te' nemen.Hierom heeft Hertogs niet geweten wat te doen,
terwijl deze zaak toch voorzeker in hst belang dezer gemeente
door den Voorzitter dient behartigd te worden.Bij de Commissie
zat oorspronkelijk de meening voor de woning van Aarden te
verkoop en, waartegen zich de Voorzitter^ferklaard,die meende de