153 4 Commissie ad hoc,omdat zij met een bijzondere opdracht is be lastIngevolge het bepaalde bij art.35 van het Reglement van Orde,wil spreker dezer Commissie zelf aanwijzen,tenzij de Raad anders zou besluiten.Derhalve wijst hij tot Voorzitter den Heer A.A.Jacobs en tot leden de Heeren J.B.Hussaarts en H.van Lakwijk hetwelk wordt goedgevonden.De benoemden verklaren op een vraag van den Voorzitter deze benoeming te aanvaarden. De Voorzitter zegt verder,dat deze Commissie dezelfde opdracht heeft als in het begin dezes jaars vervuld,n.1.uit te zien naar geschikte werkgelegenheid tot het plaatsen van werkloozen.Hierna leest hij de regeling der subsidieering voor,welke in den vorigen winter heeft gegolden,n.1.40$ voor ingezetenen en 35$ voor niet-ingezetenen,alsmede een evenrëig deel in het plakken van zegels, ingevolge de Invaliditeitswetterwijl hij verder een artikel voorleest der verordening op de werkverschaffing, wat betreft het teekenen de* werkloozen,onder mededeeling,dat het gswenscht zal zijn op het gehucht Heimolen slechts op een plaats te teekenen,waar bij Heijnen in den vorigen winter in Iget geheel slechts door vier personen is geteekend. De Heer Hussaarts merkt op,dat het geen gezonde toestand is, dat suosidie wordt gegeven aan personen,die op hun eigen ter reinen grond ontginnen.Spreker zegt,dat hij daar pertinent op tegen is.Tevens vraagt hij of er resdsuitzicht bestaat,dat werkloo2èn te werk kunnen worden gesteld. De Heer Vermaat wijst den Heer Hussaarts er op,dat dit alles ondervangen wordt in de regeling/welke de Voorzitter zoo juist heeft voorgelezen,terwijl nij vraagt of het bedrag voor de werkverschaffing reeds is vastgesteld. De Voorzitter zegt,dat hij zoo juist heeft voorgelezen,dat een enkeling wel subsidie kan krijgen,mits hij door een anderen werkloozen ie/. werk wil laten verrichtenEen bedrag ad 1500,- werd bij het vaststellen.der begrooting voor de werkverschaffing gevoteerd,terwijl hij met van den Bergh reeds onderhandeld

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1928 | | pagina 29