uu
De Heer Vermaat vraagt den Voorzitter een globaal overzicht te
willen geven van de meerdere belastingopbrengst der Personeele-
Vermogens- en Inkomstenbelasting.
De Voorzitter geeft aan de hand der begrooting het gevraagde
overzicht
De Heer Vermaat vraagt of door de verschillende aangebrachte
bezuinigingen het benoodigde bedrag,zonder verhooging van het
percentage,niet kan worden bereikt,
pe Vooritter zegt,dat zulks niet mogelijk is.
De Heer Vermaat merkt op,dat hij in beginsel tegen belasting-
verhooging is,doch dat een schrale kas voor het gemeentebestuur
ook moeilijk is,omdat dit bestuur het gemeentehuishouden ook
moet doen draaién.Indien net noodig-is,da»fctis spreker voor het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De Voorzitter zegt,dat de tijdelijke kasgeldleening nog niet
is afgelost kunnen worden,terwijl er nu reeds in kas eigenlijk
een nadeelig saldo is ad 4672,10^.Hij verwacht,dat zelfs met
•een percentage ad 4,4$ men er nog niet zal komen,omdat het
bedrag ad 6000,- in het schrijven van den Raad aan Gedepu
teerde Staten slechts een fictief bedrag is,waar daar oorspron
kelijk stond 3 a 4000,-,welk bedrag door den Irfspecteur was
opgegeven.Uitdrukkelijk wil hij in de notulen opgenomen zien,
dat,al wordt het percentage op 4,4^ gebracht,hij voor de toe
komst de finantieele verantwoordelijkheid voor de gemeente niet
meer kan dragen en zich daarvan ontslagen gevoeltomdat zelfs
met een dergelijke heffing nog niet voldoende inkomsten zullen
binnenkomen om de uitgaven te dekken.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming het volgende besluit
vastgesteld:
DE RAAD DER GEMEENTE WOENSDRECHT
Gelet op de 2e Nota van Aanmerkingen d.d.13 December 1928,bij
Heeren Gedeputeerde Staten gevallen op de ter goedkeuring inge
zonden begrooting dienst 1929;
Gelet op art.5 der bij Koninklijk Besluit van 22 October 1923