228^
De Voorzitter doet voorlezing van het rapport der Commissie
van onderzoek en van het antwoordrapport van Burgemeester en
W et houde r slu idende
RAPPORT DER COMMISSIE VAN ONDERZOEK-
Bij "besluit Uwer vergadering d.d.18 Juli 1927 werd Uwe Commissie
opgedragen een onderzoek in te stellen betreffende de rekening
dienst 1926 met de daarbij behoorende bescheiden,welke stukken
Uwen Raad bereids zijn aangeboden op 28 Juli dezes jaars.
In de vergadering Uwer Commissie op heden werden bovenvermelde
rekening en de daarbij behoorende stukken aan een nauwkeurig
onderzoek onderworpen en heeft mitsdien Uwe Commissie de eer
Uwen Raad het volgende te rapporteeren:
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN -
De opbrengst aan opcenten op de Rijksinkomstenbelasting en die
der Gemeentelijke inkomstenbelasting heeft in totaal
35706,95 bedragen,terwijl deze posten op de begrooting waren
uitgetrokken tot 38366,19,zoodat aan belasting 2659,24
minder is ontvangen dan bij de begrooting gevoteerd.
Alsnog is in 's RijksschatMst teruggestort moeten worden
1467,35 wegens te veel genoten aan Gemeentelijke inkomsten
belasting en aan opcenten der Rijksinkomstenbelastiing, terwijl
bovendien aan het Rijk is terugbetaald 7053,74,voor het aan
deel in de kwade posten der Rijks- en Gemeentelijke inkomstenbe
lasting en voor dat per Personeele belasting ever het jaar 1923.
Voormelde mindere ontvangst en deze meerdere uitgaven vormen
in totaal een bedra^ ad 11180,33,welke som voor een groot deel
van invloed is geweest op het saldo der rekening.
In aanmerking nemende deze mindere ontvangst en deze vermeer
dering van uitgaven geeft de rekening van den gewonen dienst
een nadeelig saldo ad 2721,91.
Aan de hand dezer gegevens meent Uwe Commissie de meening te
mogen uitspreken,dat hieruit voldoende blijkt,dat door het
Dagelijksch Bestuur een zoo zuinig mogelijk beheer is gevoerd