f* W I ontvanger is ter hand gesteld.Dit "bedrag kon niet in de rekening dienst 1922 worden verantwoord,omdat hiervoor geen post op ae begrooting was uitgetrokken en er geen Raadsbesluit genomen was,waarbij zulks geregeld was geworden,zoodat dit rentebedrag in een afzonderlijks enveloppe in de brandkast van den Ontvanger is blijven liegen, terwijl hiervan in het begin van het jaar 1923 in de vergadering van Burgemeester en Wethouders mede- deeling is gedaan,welk College ook geen oplossing dienaanga&de wist te nemen.Spreker toont de desbetreffende enveloppeterwijl hij de Heeren gelegenheid geeft het grootboek over het jaar 1922 in te zien,opdat de Heeren de data van storting zouden kunnen controleeren.Hierna stelt de Voorzitter voor dit bedrag- tegen quitantie aan het Burgerlijk Armbestuur uit te betalen. Nadat eenige Heeren Raadsleden die enveloppe in oogensohouw hebben genomen en het grootboek door den Heer Rens was ingezien, wordt zonder hoofdelijke stemming besloten het desbetreffende bedrag ad 87,30 aan het Burgerlijk Armbestuur te betalen. Besloten wordt omtrent de eerste twee behandelte zaken geheim houding op ts leggen. BIJ ZONDERE R.K.JONGENSSCHOOL Aan de hand van het in de vorige Raadsvergadering genomen besluit tot het verleenen van 's Raads medewerking ingevolge art.75 der Lager Onderwijswet 1920,in zake het aanbrengen van de nooaige verbeteringen aan ue goten der Bijzondere Jongens school, feeeft Wethouder Jacobs een uitvoerig relaas van het verdere verloop dier zaak en deelt mede,aat de Gemeente-op zichter deze werkzaamheden als reparatie en geen vernieuwing beschouwt, zoodat het Kerkbestuur besloten heeft dit werk aan een persoon uit Woensdrecht op te dragen. De Heer Vermaat vraagt,of het niet mogelijk zou zijn,dat bij voorkomende gelegenheden de Gemeente-opzichter eerst een onder zoek zou instellen of een eventueels gevraagde vernieuwing wel noodig is. De Voorzitter meent dat de Gemeente-opzicht er slechts is aan-

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1927 | | pagina 81