2.3 '^^7
r
den Burgemeester behoort,of de Raad wel de bevoegdheid heeft
in deze zaak een belissing te nemen.
De Voorzitter antwoordt,dat de beslissing dienaangaande in het
vorige Raadsbesluit is vastgelegd,zoodat de Raad dus de
bevoegdheid heeft hierin wijziging te brengen.
Wethouder Jacobs zegt,dat bij aanneming van het voorstel het
besluit der vorige vergadering dusdanig gewijzigd wordt,dat de
Burgemeester alsdan weder het heft in handen heeft.
De Voorzitter aoht het voorstel thans voldoende besproken en
brengt het in stemming.Voor stemden de Heeren: J.B. VAN DER
OUDERAA; J. RENS; A. DE CROM; J.A. MELSEN; en A.A. JACOBS-
Tegen stemden de Heeren: J.P. VERHAAT; E. JANSEN; A. VAN WIJK;
J.B. HUSSAARTS en P.J. GORIS. De Heer JACOBS - MIGIELSEN
verklaarde zich buiten stemming te houden en verliet de ver
gadering.
Het voorstel van den Heer RENS wordt wegens stakfcn van stem
men in een voltallige vergadering geacht niet te zijn aangenomen.
De Voorzitter meent,dat,waar nu reeds driemaal over deze zaak
is gestemd geworden en steeds zonder resultaat,er een einde aan
deze kwestie moet komen.Spreker zegt het nu moe te worden.Gezien
de omstandigheid dat de kermis reeds zoo aanstaande is,zal hij
als Burgemeester in zijne qualiteit van Hoofd van Plaatselijke
Politie voor dit jaar de beslissing nemen en blijft de kermis
(het dansen) voor dit jaar, zooals tot hiertoe gebruikelijk was.
Voor het jaar 1828 zal spreker dusdanig danstoestemmingen ver-
leenen,dat practisch de kermis gesplitst wordt.De Raad heeft
dan niet meer over het dansen een beslissing te nemen,doch kan
de kermisdagen vaststellen,wanneer deze Raad zulks noodzakelijk
voorkomt.In de toekomst behoeft in den Raad dan niet meer over
het dansen gesproken te worden,waar spreker dit tot zijre com
petentie rekent.
De Heer Rens had lie/ver gezien,dat de Voorzitter vroeger zoo
was opgetreden en vraagt waarom de Voorzitter deze zaak zoo