^9- 184/ \Q ci niet juist .Hij zou liever zien, dat het geld, hetwelk voor de werkverschaffing werd uitgegeven,in deze gemeente zou blijven. De Heer van Wijk merkt op, dat het werk bij Michielsens als geëindigd kan worden beschouwd,terwijl van den Bergh zich bereid heeft verklaard de werkloozen,die bij Michielsens werkten,over tenemen.Boor deze beschikbaarstelling van ar beiders kan van den Bergh ook meer werk maken.Hierom kan spreker zich zeer goed vereenigen met het voorstel van het Dagelij^sch Bestuur. De Voorzitter antwoordt den '"eer Vermaat,dat het eerste ge deelte der heide-ontginning bij van den Bergh onder de gemeente Huijbergen leeft plaats gehad.Toen dat werk geëindigd was en en geen land ter cultiveering in de gemeente "uijbergen meer werd aangeboden, is van den Bergh met zijn te werk gestelde personen naar Calmpthout gegaan.Spreker merkt op,dat het niet altijd gaat die lieden onder deze gemeente te werk te stellen, waar zelfs voor ontginning van eigen land slechts twee per sonen zijn overgebleven. De Heer Vermaat zegt zich na deze toelichting goed met het voorstel van het Dagelijksch Bestuur te kunnen vereenigen,doch hij zou liever zien,dat het geld in deze gemeente bleef. Zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld de werkverschaf fing nog eenigen tijd te laten voortduren,d.w.z.nog ongeveer twee weken na 19 Maartderhalve tot ongeveer 2 April. Verder doet hij voorlezing van het voorstel tot wijziging der begrooting dienst 1927,hetwelk luidt als volgt: DIENST 1927 Afdeel ing I, HoofdstIX, Par. 2, Volgn.140 Werkverschaffing aan werkloozen (VERHOGING) 1000,-. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit besluit vastgesteld. V. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJZIGING DER BEGROOTINGEN DIENST 1926 en 1927. Na voorlezing der desbetreffende besluiten en van de daarbij

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1927 | | pagina 43