m (g A De Voorzitter antwoordt, dat,nu de discussis's eenmaal gesloten zijn, hij den "eer van der Ouderaa in de gelegenheid wil stel len zijn stem nader te verklaren. De "eer van der Ouderaa zegt van geheel deze aangelegenheid voldoende op de hoogte te zijn,terwijl hij geen verdere in lichtingen behoeftzijn opinie in deze,zal wel voldoende blijken uit d^door hem uit ts brengen stem. Hierna brengt de Voorzitter het voorstel van het Dagelijksch Bestuur,in deze van de beide "eeren Wethouders Jacobs en viel sen, in stemming. Voor het voorstel stemden Wethouder J.A.Melsen en de Heeren AW.Jaoobs-Migie1senA» de Crom,J.Rens en J.B.vd.Ouderaa Tegen dit voorstel stemden de "eeren J.B."ussaarts,J.PVermaat Avan WijkPd J_. Oor is en E. Japsen Wethouder Jacobs aijn stem uitbrengend,verklaart,dat deze zaak sinds de vorige vergadering door plotseling opgekomen omstandigheden een geheel andere wending heeft genomen.Alstoen achtte spreker zich moreel verplicht voor het voorstel te stemmen,doch nu acht hij zich om die redenen van de zedelijke verplichting om zijn stem.uit te brengen ontheven."ierna zegt spreker buiten stemming te zullen blij ven,wat hij bij deze doet. De Vootzitter merkt den "eer Jacobs op,dat hij geen enkel lid kan verplichten om zijn stem uit te brengen.De Raadsleden hebben,krachtens hun mandaat,een zedelijke verplichting om te stemmen.Dwingend recht uitoefenen in deze kan spreker niet. Verder zegt spreker dat de uitslag der stemming is,dat de stemmen over het voorstel der beide Wethouders opnieuw hebben gestaaktzoodat dit voorstelconform art.50 der Gemeentewet, geacht wordt niet te zijn aangenomen. Ht^urna doet de Voorzitter,namens het geheele Dagelijksohe Bestuur,het voorstel tot het formeel instellen van de beide volgens gewoonterecht bestaande kermissen: n.l.Woensdrechtsche kermis op den eersten --ondag in Juli en den daaropvolgenden

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1927 | | pagina 32