Ook zie ik niet in,dat de caféhouders en neringdoenden van
tToogerheide,bij inwilliging van het verzoek,er geen finan-
cieele voordeelen bij zullen hebben,maar waar hier gejammerd
wordt over de groote nadeelen voor dezen aan de inwilliging 1
van het adres verbonden,zou ik in deze bewijzen willen zien
van de vruchten,die uit het dansmuziek zijn voortgevloeid en
ook van de winsten,die zij daaruit hebben genoten.Juist bij
personen,dis geen dansmuziek hóuden,zie ik meer welvaart dan
bij de anderen,die wel dansgelegenheden exploiteeren
Dit alles behoeft ook niet net karakter te dragen om er een
gemeente van kwezels van te maken; ik ben er zeker van,dat
wij met het zoo beroemde muziekgezelschap van ^oogerheide en
de nog zoovele anderevereenigingen en inrichtingen een op
leving kunnen bereiken,welke in een ander teeken zal staan dan
het dansmuziek en waardoor alsdan de caféhouders en andere
neringdoenden een meer verzekerde welvaart zullen genieten.
Ik weet ook wel,mijnheer de Voorzitter,dat het zijn goede en
kwade zijde heeft,dooh daar het inwilligen van het verzoek
de zedelijke verheffing in zekere mats ten goede zal komen,
meen ik,dat het goed zal zijn,dat de financieele en de per
soonlijke bezwaren van een klein groepje menschen uit de
gemeente op zij worden gezet,om alsdan bij de beslissing de
algemeene zedelijke belangen onzer gemeente speciaal voor
oogen te houden.
Wat het dansen zelf aangaat,moet ik mij bepalen,dat een der
gelijke beslissing volgens art.188 van de Gemeentewet en art.
56,afd.l0 der algemeene Politieverordening,tot de competentie
van den Burgemeester behoort.Wat de splitsing van de kermis
aangaatverklaart spreker te staan aan de zijde van dSe leden
van het Dagelijksch Bestuur,welke het voorstel doen,zoodat hij
verklaart zijn stem aan dit voorstel te zullen geven.
De Voorzitter merkt op,dat hij het volkomen eens is met de d
leden van den Raad,dat dit een zeer moeilijke en zeer onaange
name zaak is.Wélke beslissing de Raad ook neemt,steeds zal men