,159 zetten; waa,rom moeten wij deze dagen,die heel de gemeente Woensdrecht beschouwt als de speciale dagen van vermaak,gaan verbrokkelen. 11 Is waar,Woensdrechtsche kermis is zij gehaeten en heel de gemeente viert dit mede;zelfs de vreemdeling en voornamelijk het jonge geslacht wil hiervan genieten en wel het liefste in de grootste zalen en op de glaaste vloeren;het is naar mijn meening de moderne tijd,die dit gevraagd heeft. Wij konden dit reeds jaren geleden zien in onze omgeving,men behoefde slechts even over de grens een blik te werpen op agen van kermisvieren en men zal constateerenhoe moderner muziek,hoe grooter de zaal en gladder de vloer,hos drukker het bezoek.Dit scheen ten opzichte van het vermaak een soort aantrekkingskracht te bezitten en men aarzelde niet zich een beteren boterham op die dagen te kunnen verschaffen door middel van wijziging van zijn zaak of anderszins.ï/ien heeft dit zelfs in onze gemeente kunnen constateeren,dat er mensohen geweest zijn,die dezen drang gevoeld hebben en wie weet met welke kosten gepaard hun zaak meer naar de eischen des tijds hebben ingericht om op die manier er uit te halen,wat er uit te halen is en ik geef het volmondig toe,de zakenman moet van zijn zaak maken,wat er van te maken is,want ik betwij feldat het een ander niet voor hem zal of kan doen..Uit het gesprek, wat ik mocht hebben met een onderteekenaar van het verzoek schrift van Woensdrecht en tevens uit het verzoek van de ker- misvakgenooten van ïïoogerheide is mij en ook hen vast komen te staan,dat het beantwoorden aan het modernste trekkracht heeft.Op mijn vraag,of men in Woensdrecht dezen ondernemings geest niet bezat om ook van zijn zaak te maken,wat er ten opzichte daarvan te maken is,werd mij geantwoord,dat dit de moeite niet zou loonen,alvorens men de gelegenheid aan een groep menschen moest ontnemen,die juist op die dagen het volk tot zich trok.Ik vroeg mij dan af,is het een daad van rechtvaardigheid;dat men zonder rechtmatige gronden iemand een gedeelte van zijn brood ontneemt,om volgens verzoekers

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1927 | | pagina 18