lOJ 32 JL. betreft, gel ijk te stellen en hierom zou zij willen voorstellen het aantal dagen op 24 te bepalen. De Heer Rens ziet in deze bepaling geen dwang,doch wel een prikkel om zich aan te sluiten bij een werkloozenkas.Hij aoht de voorgestelde regeling ook de juiste en nog te meer hierom, patdat de arbeiders dan ook eens zullen gaan zorgen voor een kwaden dag.De arbeiders betalen dan zelf wel in hun onderhoud, t doch voor de gemeente brengt zulks groote voordeelen mede. Hierna geeft hij eenige oijfers,wat zooal gedurende vorige jaren door de verschillende werkloozenkassen is uitgekeerd, waaruit moge blijken,dat door aansluiting bij een werkloozen- kas,welvaart in een gezin komt en de uitgekeerde bedragen ook weder ten goede komen aan de welvaart der gemeente.Om voor melde redenen zegt hij zioh niet te kunnen vereenigen met de door Mej.Theuns voorgestelde regeling. De Heer Vermaat vraagt den Heer Rens te willen mededeelen, welke voordeelen er voor de arbeiders gelegen zijn in de aan sluiting bij een werkloozenkas. De Heer Rens zet in een uitvoerig betoog de redenen uiteen, welke voor aansluiting pleiten,terwijl hij n^gmaalè een relaas geeft omtrentde gedane uitkeeringen.Door een dergelijke aan sluiting zorgen de arbeiders min of meer voor zich zelf en voorzien gedeeltelijk in het onderhoud van hun gezin bij een kwaden dag,zoodat,waren alle arbeiders aangesloten,de werkver schaffing aan de gemeente niet zooveel geld zou kosten. De Voorzitter zegt,dat hij persoonlijk voor handhaving der voorgestelde regeling is en nog te meer,omdat de Raad in het afge/éloopen jaar de noodige aansporing gegeven heeft om bij die werkloozenkassen aan te slbiten.Hij vraagt alsnu of Mej Theuns haar voorstel handhaaftwaarop zij bevestigend antwoordt. De Voorzitter deelt hierna mede,dat het voorstel van Mej.Theuns door de meerderheid van het Dagelijksch Bestuur wordt overge nomen, terwijl hij als minderheid zioh voor de concept-regeling

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1927 | | pagina 180