lo -*7 32,^ van Toezicht op de Arbeidsbemiddeling en Werkloosheidsver zekering van de plaats,waar die persoon te werk zal worden gesteld. Hierna doet de Voorzitter voorlezing van het geheele aangevulde artikel 2,dat zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld, terwijl over het voorstel van den Heer Vermaat niet meer wordt gestemd. Artikel 3 geeft geen aanleiding tot het houden van beschouwingen. Na voorlezing van artikel 4 zegt de Heer de Crom,dat hij het niet juist vindt,dat iemand die niet georganiseerd is 30 dagen moet teekenen,terwijl voor georganiseerden slechts 18 dagen voor het teekenen wordfcnvereisoht De Voorzitter merkt op,dat het Gemeentebestuur de meening is toegedaan,dat de arbeiders zioh maar moeten aansluiten bij een werkloozenkas,omdat zij dan zelf eenigszins bijdragen in hun onderhoudskosten en die van hun gezin,gedurende de periode, dat zij met werkloosheid worden bedreigd.In het loopende jaar is van den Raad een zachte drang uitgegaan om zien bij een werkloozenkas aan te sluiten,waarom hij meent,dat de in dit oonoept neergelegde bepalingen gevoegelijk gehandhaafd kunnen blijven.Voor de menschen is aansluiting bij een dergelijke kas geen bezwaar,te meer,omdat men niet tot een bepaalde organisatie moet behooren en men zonder het lidmaatschap der organisatie lid kan zijn van een werkloozenkas. De Heer Hussaartsszegt een dergelijke bepaling onbillijk te vinden tegenover de bevolking,omdat hierin een zekere dwang ligt opgesloten.Hij zou er voor zijn voor alle arbeiders het teekenen op 10 dagen te stellen. Mejuffrouw Theuns zegt er voor te zijn de arbeiders vrij te laten in zake het al dan niet aansluiten bij een werkloozenkas, te meer,waar aan een dergelijke aansluiting voor die lieden mogelijk groote kosten zijn verbonden.Zij zou er voor zijn alle arbeiders,georganiseerd of ongeorganiseerd,wat het teekenen

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1927 | | pagina 179