31
I (3 I oxx/£
en niet woordelijk moet weergeven,wat de Heeren gezegd hebben.
Wordt zulks verlangd,dan moet maar een stenograaf worden aan
gesteld,die een stenografische opname doet.
De Heer Rens blijft bij zijne meening en handhaaft zijn voorstel,
terwijl de Heer Hussaarts zegt het op prijs te stellen,dat zijn
in de vorige vergadering geuite meening ten opzichte van den
Heer Rens in de notulen wordt opgenomen,waar hij dienaangaande
nog dezelfde meening is toegedaan.
De Heer Vermaat verklaart zich tegen het voorstel van den Heer
Rens,omdat het niet aangaat alles woordelijk op te nemen.
Na eenige discussie wordt het voorstel van den Heer Rens,ge
steund door de Heeren Hussaarts,van Lakwijk en Plompen,aangenomen,
met 7 tegen 4 stemmen.Tegen stemden de Heeren Vermaat,Goris,
de Crom en Jacobs.Voor stemden de Heeren Plompen,Hussaarts,
Rens,van Lakwijk,DaverveldtMelsen en Mej.Theuns.
De notulen der vorige vergadering worden bij de discussie over
het presentiegeld alsnu aangevuld met: "De Heer Hussaarts zegt
den heer Rens te moeten bewonderen,waar hij van buiten wit
lijkt,dooh van binnen alle kleuren van den regenboog heeft",
en verder onveranderd vastgesteld.
De Heer Hussaarts vraagt of de notulen voor het vervolg niet
ter visie kunnen worden gelegd,waar hij de voorlezing dier
stukken zoo geestdoodend vindt.
De Voorzitter antwoordt,dat alsdan het Reglement van Orde dient
gewijzigd te worden,omdat daarin uitdrukkelijk voorlezing wordt
voorgeschreven.
De Heer Vermaat zegt er voor te zijn,dat de notulen worden
voorgelezen,te meer omdat het geheugen dan weer eens wordt op-
gefrjecht omtrent de in de vorige vergadering behandelde zaken.
De notulen worden verder ongewijzigd vastgesteld en goedgekeurd.
011. INGEKOMEN STUKKEN.
a.SCHRIJVEN VAN HEEREN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORDBRABANTdd
13 Ootober 1927,G.No.67,houdende toezending der bij Konink
lijk Besluit van 19 September 1927,Q.No.17,goedgekeurde ver
ordening op de heffing van keurloonen.