7 16 <t ^}JYy 308 I 7 VERORDENING op de invordering der belas ting op tooneelvertooningen en andere vermakelijkheden. Artikel 1. De invordering der belasting op vermakelijkheden geschiedt onverminderd de bepalingen van art.257 tot en met 262,alsmede van art.265 o,2e lid,junc$o art.265 b.der Gemeentewet,door of namens den Gemeente-ontvanger. Artikel 2. Onverminderd het bepaalde bij art271 der Gemeentewet,wordt niet- of niet behoorlijke vervulling der formaliteiten,welke tot richtige heffing dezer belasting in de heffingsverordening zijn voorgeschreven,gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of een geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. Artikel 3. Deze verordening treedt tegelijk met die der heffing in werking. Niets meer te behandelen zijnde en niemand meer het woord verlangend sluit de Voorzitter de vergadering. Aldus opgemaakt te Woensdrecht den 7n October 1927. DE VOORZITTER, DE WETHOUDER,

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1927 | | pagina 167