verdedigen.Het regelen van de kermis behoort uitsluitend,
krachtens artikel 114 der Gemeentewet,aan Uwen Raad.
Wethouder Jacobs zegt,dat de Voorzitter in dit geschil neu
traal wil blij ven.Nadat de beide Wethouders deze zaak hebben
bekeken en besproken,zijn zij tot de conclusie gekomen om
namens hst Dagelijksch Bestuur het voorstel te doen om de be
staande Woensdrechtsche kermis te splitsen.Spreker merkt op,
dat hij verschillende beweegredenen kan aanhalen: 1.omdat de
bestaande Woensdrechtsche kermis met het jaar vermindert en
te niet zal gaan; 2. omdat de caféhouders van het dorp
T-oogerheide,waar zij toch nog TToogerheidesche kermis hebben,
dubbel bevoordeeld worden; 3. dat op den duur geen en^kele
kermisvakgehoot meer naar ae Woensdrechtsche kermis zal willen
komen,wijl die kermis verloopt.De ingezetenen uit het dorp
Woensdrecht hebben een eigen kerk,een eigen Meisjesschool,een
eigen muziekgezelschap.Waarom zouden deze ook nu geen afzonder
lijke kermis mogen hebben?Ret algemeen gevoelen der inwoners,
buiten natuurlijk enkele belanghebbenden, is, dat het billijk
en rechtvaardig zou zijn,dat de Woensdrechtsche kermis op
zich zelf zal komen te staan.Het verzoekschrift der kermisvak-
genooten uit deze gemeente zegt toch reeds voldoende.Na de
zaak gewikt en gewogen te hebben,zijn de beide Wethouders
tot de conclusie gekomen,dat de bestaande Isrmis gesplitst
moet worden en zioh meer moet bepalen tot het dorp Woensdrecht
dan tot het dorp Foogerheide.Om deze redenen,zegt spreker,
doet hij namens het Dagelijksch 3estuur het voorsteluitgaande
van spreker en van zijn collega Melsen,om de bestaande Woens
drechtsche kermis te splitsen.
Wethouder Melsen verklaart zich geheel homogeen met het voor
stel, zooals zijn collega Jacobs fteeft uiteengezetSpreker zegt
dat hij deze zaak onpartijdig bekijkt en dan de vraag stelt,
wat is het algemeen belang in deze.^ij acht zich verplicht den
rechten weg te volgen en voor het algemeen belang uit te komen
Reeds meer dan twintig jaren heeft hij zitting in dit College