~J- 295 dt 0. honden gehouden door de pfclitie in het belang van den dienst Artikel 5. 1. Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot en met 31 December 2. Voor een hond,in den loop van het jaar verkregen of belast baar geworden,is de belasting verschuldigd: $en volle,wanneer dit plaats heeft in de eerste zes maanden en voor de helft, wanneer dit £ater plaats heeft. Artikel 6. Voor honden,die in den loop van het jaar blijken niet meer tot de tweede klasse te behooren,is de volle belasting verschuldigd en wel gedurende het geheele of het halve jaar,naarmate de ver minderde belasting vóór 1 Juli of na 30 Juni heeft opgehouden van toepassing te zijn. Artikel 7. 1. Jaarlijks in de maand Januari zenden Burgemeester en Wet houders aan alle bekende houders van horlden in de gemeente een aangiftebiljet,dat na aoht dagen wordt teru^ggehaald. 2. Op dit biljet zal de houder moeten invullen of doen invullen het getal honden, waarvoor hij belastingplichtig is, zoomede «ie klasse,waartoe zij behooren. 3. Het biljet wordt door den aangaver onderteekend.Indien hij verklaart niet te kunnen schrij ven,geschiedt de onderteekening namens hem door den ambtenaar,die met het ophalen der biljetten door Burgemeester en Wethouders is belast. 4. Ieder,die een aangiftebiljet heeft ontvangen,is verplicht dit aan den in het vorig lid genoemden ambtenaar terug te geven Artikel 8. 1. Houders van honden,die op 31 Januari geen aangiftebiljet ontvangen hebben,zijn verplicht vóór 16 Februari ter gemeente secretarie de in artikel 7 voorgeschreven opgaven te doen,door invulling en onderteekening van een aldaar kosteloos verkrijg- 1 I -i :iOL i J.-.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1927 | | pagina 154