rf cXMo^y '^7 -*"/■ 283/ :- College,zich tegen het voorstel verklaart. De Heer Hens brengt in het midden,dat in de vergadering der Commissie van onderzoek der begrooting ook verschil bestond over het al dan niet heffen van pensioensbijdragen.Spreker zegt dezelfde meening te zijn toegedaan als de Heer Vermaat, n.l.dat men de lage salarissen niet te zwaar moet treffen.Om alle geopperde bezwaren tegen dit voorstel uit den weg te ruimen,zou hij een anderen weg willen bezwandelen.Hierom zou hij willen voorstellen: ofwel het voorstel der Commissie,over genomen door Burgemeester en Wethouders,aan te nemen,ofwel den bestaanden toestand ongewijzigd te laten en derhalve geen pensioensbijdragen te heffen.Voor dit laatste voorstel ver klaart hij zich sterk,omdat dan geen uitzonderingen worden gemaakt en de groote gezinnen der ambtenaren niet zullen worden getroffen,wijl ook deze door pensioef&heffing een kleiner salaris ontvangen. Het voorstel van den Heer Rens om geen pensioensbijdragen te heffen wordt gesteund door de Heeren Hussaarts,de Crom en Goris,zoodat het een onderwerp van bespreking kan uitmaken. De Heer Vermaat zegt,dat het niet in zijn voornemen ligt om van zijn voorbeeld van progressieve heffing een voorstel te maken.Hij merkt opldat het toch wel billijk zou zijn,dat de grootste salarissen ook de grootste bijdragen doen.Spreker zou daarom gaarne zien,dat Burgemeester en Wethouders hun voorstel wijzigden in den geest,zooals door hem is naar voren gebracht. De Voorzitter antwoordtdat de meerderheid van het Dagelijksch Bestuur het door_.de Commissie gewijzigde voorstel handhaaft. De Heer Daverveldt merkt op er voor te zijn,de ambtenaren wier pensioensgrondslag minder dan 3000,- bedraagt,een aftrek toe te staan van 1000,- en op de overige ambtenaren de voorge stelde regeling toe te passen. Ook dit voorstel wordt gesteund door de Heeren de Crom,en Hussaarts,zoodat het niet voldoende wordt ondersteund en geen

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1927 | | pagina 142