dat ambtenaren,wier pensioensgrondslag minder dan 800,- zou bedragen,niet voor deze heffing in aanmerking zullen komen.Ons College is na langdurige besprekingen tot deze beslissing ge komen, omdat de inkomsten van alle ingezetenen zoo enorm terug- loopen en het in verband hiermede ook billijk werd geacht,dat door de ambtenaren iets in deze pensioenstorting wordt bij ge dragen.De minderheid van ons College kon zich niet met dit voor stel vere enigen,omdat hij de grens in deze liefst bepaald zag op een grondslag van 1000,- en hij het niet billijk vond,dat in deze heffing zelfs een gewoon arbeider wordt begrepen.Ten einde nu ook op den hoogsten ambtenaar in verhouding tot de laagst bezoldigden een gelijke heffing toe te passen, stelt de Commissie voor 2%}o voor eigen- en lfo voor weduwen- en weezen- pensioen te heffen,waarmede de meerderheid van ons College zich kan vereenigen en dienaangaande Uwen Raad voorstelt conform het voorstel Uwer Commissie te besluiten. Bij aanneming van dit voorstel zal de desbetreffende verzamel- post met 25,50 moeten worden verhoogd,terwijl het eindcijfer van Hoofdstuk II der inkomsten ook hierdoor wijziging zal ondergaan Na voorlezing der desbetreffende clausules uit de rapporten leest de Voorzitter alsnog het adres voor van de ambtenaren in dienst der gemeente,die verzoeken niet tot verhaal van pen sioensbijdragen te willen overgaan. De Heer Vermaat merkt op het billijk en rechtvaardig te vinden, dat ook door de gemeente-ambtenaren iets wordt bijgedragen in de kosten der pensioensbij dragen .Ook de rijk sambtenarer) zegt spreker, moet en pensioensbijdragen storten, waarom dan co k de gemeente-ambtenaren niet? Spreker is er echter voor om de lage salarissen niet al te zwaar te belasten.Hij had gedacht,dat het Dagelijksch Bestuur met een ander voorstel zou zijn gekomen,n.l. een progressieve heffing,waarbij de inkomens als volgt zouden worden belast: inkomens beneden 1000,- 2$; van 1000,- tot

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1927 | | pagina 140