263
HeAyto W
1
een geldelijke tegemoetkoming,niet even gemakkelijk kunnen ver-
letten.Bovendien acht spreker het billijk,dat een gepresteerde
arbeid door een Lid van den Raad ook betaald wordt.
Be Heer Hussaarts merkt op met verbazing het voorstel der
Commissie te hebben vernomen.Sinds de invoering der evenredige
vertegenwoordiging staat het alle partijen vrij om zitting te
nemen in een of ander vertegenwoordigend College,dooh door het
schrappen van dezen post zouden de arbeiders,die hier toch maar
in een zeer gering getal vertegenwoordigd zijn,niet meer in de
mogelijkheid verkeeren een zetel in dit Raadscollege in te nemen,
waar het voor deze categorie van ingezetenen niet mogelijk is,
zonder betaling der verleturen,het Raadslidmaatschap te be-
kleeden.Uit naam van geheel de arbeidersbevolking verklaart
spreker zich tegen dit voorstel.
De Heer Tummers brengt in het midden,dat ook in de oommissie-
vergadering alle bezwaren onder het oog zijn gekomen.Bij het
nazien der begrooting stond de Commissie voor een zeer moeilijke
taak; en wilde zooveel mogelijk het nadeelig saldo wegwerken.De
Commissie is juist met dit voorstel gekomen om in deze een voor
beeld te stellen voor andere categorie'ên van ingezetenen,n.1de
ambtenaren dezer gemeente,die door voorgenomen premieheffing
voor pensioen ook salarisvermindering krijgen.Ook meent hij er
nog op te moeten wij zen,dat 80% der bevolking uit arbeiders
bestaat,die toch ook in deze lasten moeten bijdragen.
De Heer Rens zegt,dat hij wel instemt met de goede bedoelingen
van den Heer Hussaarts,doch willen de arbeiders door arbeiders
vertegenwoordigd worden,dan zullen juist die lieden zich gaarne
deze opoffering getroosten,waarom hij geen bezwaar ziet in het
schrappen van dezen post.
De Heer Hussaarts zegt de woorden van den Heer Rens te moetem
bewonderen en uit een minder aangenaam gezegde aan het adres
van den Heer Rens,die repliceerend antwoordt,dat hij te hoog
staat om op het gezegde van den Heer Hussaarts in te gaan.