26V c^7- iirL College van Gedeputeerde Staten,welk College preventief recht uitoefent over dergelijke Raadsbesluit en. De geldleening, aangegaaa in 1900 ten behoeve der dokterswoning,waarvan nog 3000,- staat af te doen,zal eerst in 1933 zijn afgelost,zoodat deze leening loopt over een termijn van 34 jaren.Een geldleening,aangegaan in 1904 voor he£ bouwen der vroegere school en onderwijzers woning, oorspronkelijk opgenomen tot een bedrag van 6000,-, waarvan nog afgelost moet worden 500,-,zal in het jaar 1929 zijn afgelost,zoodat deze leening een tijdsduur heeft gehad van 35 jaren. Een andere geldleening, aangegaan in 1908 voor het ver vangen van een grint- en steenslagbaan door keibestrating,ten badrage van 7500,-,waarvan nog moet betaald worden 3000,-, zal loopen over een periode van 32 jaren,zoodat de leening in 1940 zal zijn afgelostVoor het bouwen van het gemeentehuis,den aankoop van- en het bouwen van een veldwachterswoning is in 1919 35000,- geleend,af te lossen in 35 jaren,zoodat deze leening in 1955 zal zijn afgedaan.Wat de schoolbouw aangaat bij de Eerw. Zusters, hiervoor is in het jaar 1925 een geldleening afgesloten ten bedrage van 10000,-,terwijl 3804,30 dier sohoolbouwkosten uit de gewone middelen zijn bestreden en als aflossingstermijn een tijdvak is gesteld van 20 jaren.De meeningen omtrent leeningen op korten of zeer langen termijn kunnen natuurlijk dienaangaande ver uiteenloopen.Niet alleen het hedendaagsch geslacht,dooh ook het komende geslacht dient in bepaalde werken,van gemeentewege daargesteld,bij te dragen. Bij het eventueel converteeren der bestaande 5^$ geldleening in het komende jaar,zullen wij echter gaarne rekening houden met het eventueel door Uwen Raad in deze uit te spreken gevoelen en trachten deze ^.eening op langen termijn geplaatst te krijgen, mits ook het College van Heeren Gedeputeerde Staten hiermede accoord gaat.net converteeren der 5% geldleening,ten behoeve van schoolbouw bij de Eerw.Zusters,lag voorloopig niet in onze bedoeling, omdat wij vermoedelijk in deze slechts 1/2 fo zullen

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1927 | | pagina 126