266, <i 112-7 begrepen de koeten van armlastige krankzinnigen,in totaal zuiver zijn te ramen op 11344,31. Tengevolge van den financieelen achteruitgang van deze gemeente gedurende den tijd van een jaar,waaraan Uwe Commissie zoo juist een becijfering maakt ten bedrage van 8686,53,zijnde het voordeelig saldo ad 5964,61,waarmede de begrooting voor 193? is aangevangen en het nadeelig saldo ad 2721,91,waarmede de begrooting voor 1928 een aanvang neemt,alsmede tengevolge van de verhooging van eenige noodzakelijke posten en van de geraamde mindere opbrengst der opcenten op de Rijksinkomstenbe last ing, dient de opbrengst der Gemeentelijke inkomstenbelasting te worden verhoogd van 25000,- op 30000,- en het percentage voor heffing van 3$ op 3 3/4 te worden gebracht.Blijkens mede- deeling van den Inspecteur der Directe belastingen wordt de opbrengst dier belasting bij 3$ geraamd op 23500,-,zoodat voor het belastingjaar 1928/1929 een percentage voor de Gemeente lijke inkomstenbelasting dient te worden geheven van 3 3/4 Goede nota hebben wij genomen van de aanmerking Uwer Commissie betreffende het algemeen financieel beleid.Inderdaad is het jui8t,dat de totale schuld,welke heden nog op het Üudget drukt, 45200,- bedraagt,terwijl jaarlijks aan aflossing 2600,- wordt betaald.Hierbij is natuurlijk niet gerekend het bedrag der jaarlijksche aflossing ad 1000,-,dat de P.N.E.M.aan de gemeente vergoedt voor de overname van het Gemeentelijk Elec- triciteitsbedrijf Bij het bepalen der aflossingsjaren van een geldleening zijn er verschillende factéren die gelden: 1. het object waarvoor geleend wordt; 2. het totaal bedrag der geldleening,waarmede verband houden de uit te geven coupuresOver het algemeen wordt aangenomen, dat voor het afsluiten van geldleeningen ten behoeve van wegen een termijn gesteld wordt van veertig jaren, terwijl voor woningen een termijn van dertig jaren voldoende wordt geacht.Veel hangt in deze af van de inzichten van het

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1927 | | pagina 125