i5 i A zullen de producten in de toekomst wel rentegevend zijn? De ïïeer Rens zet in den breede het groote nut en de voordeelen van den tuinbouw uiteen. De Voorzitter merkt op,dat er nu eenige goede jaren geweest zijn,doch dat er ook nog wel ongunstige jaren zullen komen. De ïïeer Vermaat zegt,dat dit met alle artikelen is.Wanneer er overproductie komt,dan daalt de prijs. De ^eer Rens zegt,dat het zijn bedoeling is om de kleine luiden meer dan 35% subsidie te geven.Spreker merkt op,dat de teruggang van den prijs niet zal liggen aan de overpro ductie, doch aan den uitvoer naar het buitenland. De Voorzitter vraagt of de Raad er zich mede kan vereenigen, dat aan Van den Berg 35% wordt gegeven,terwijl hij tevens de vraag stelt welke subsidie aan de overige aanvragers moet worden verleend. De ïïeer de Crom vraagt hoe de controle op de kleinere ont- ginners,die voor zich zelf werken,uitgeoefend moet worden. De Voorzitter antwoordt,dat de betrokken persoon,telkens wan neer hij het werk staakt,daarvan mededeeling moet doen aan de Commissie Na eenige bespreking wordt besloten,aan de aanvragers,die daarvoor in aanmerking komen,een subsidie toe te kennen ad 35%,terwijl aan PMichielsens voor den door hem bij te plaatsen opzichter geen subsidie zal worden uitgekeerd. Wethouder Melsen bespreekt de verordening regelende de werk verschaffing. Spreker zegt,dat het dikwijls zeer moeilijk is om te onderzoeken of de aangemelde werkloozen wel voor de werkverschaffing in aanmerking komen,wijl zij soms nog andere geldelijke inkomsten hebben,wat meestal zeer moeilijk is na te gaan De ïïeer van Wijk brengt ter sprake,dat hij onlangs een per soon gesproken heeft,die hem mededeelde ook een aanvraag om subsidie voor heideontginning te willen indienenDeze persoon zeide die zaak met Wethouder Melsen besproken te hebben,die

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1927 | | pagina 10