250
zaamheaen dier Commissie regelt.
De Voorzitter zegt,dat indertijd.naar hij meent in 1817,deze
Commissie is ingesteld en ^lstoen in de notulen de taak dier
Commissie ^omschreven.Aan den Voorzitter en de leden dier
Commissie is opgedragen het regelen van kleine werkzaamheden
in hun raijon, zooals het aanstellen van een tiidelijken weg
werker om de wegen in orde te houden,terwij 1 groote werken
van onderhoud steeds door die leden geregeld moeten worden in
overleg met het Bagelijksch Bestuur ,aan wie het onderhoud van
wegen en waterleidingen,ingevolge de Gemeentewetis opgedragen.
De Heer Tummers vraagt wie in deze de beslissing heeft of het
groote of kleine werkzaamheden betreft.
DeVoorzitter antwoordt, dat de beslissing bij de Leden zelf
berust,doch dat steeds voldoende overleg is gepleegd,zoodat
zulks nooit tot moeilijkheden aanleiding heeft gegeven.
VI. BENOEMING VOORZITTER EN LEDE7 DER CO' ÜSSIE VAN ONDERZOEK
DER GEMEENTEBEGROOTING DIENST 1928.
De Heer Vermaat vraagt,alsvorens die Commissie wordt ingesteld,
of het niet beter zou zijn di4- jaar geen Commissie te benoemen,
doch de begrooting in pleno zitting van den Raad te behandelen,
dan kunnen de nieuwsleden ook eens zien,wat er zooal in de
huishouding van de gemeente omgaat,terwijl het tooh wel goed is,
dat de oude leden de begrooting ook nog eenB bekijken.Hierom
zou hij het op prijs stellen,dat de Leden een schema der be
grooting thuis krijgen.
De Voorzitter antwoordtdat het Reglement van Orde van den Raad
alsdan eerst gewijzigd dient te worden,omdat de behandeling
der begrooting nader in dit reglement is gedefinieerd,terwij 1
het zonder meer zoo niet gaat bijenkel voorstel dat Reglement
te wijzigen.Tegen het thuis zenden der begrooting meent hij
bezwaar te moeten maken,omdat er dan voor ieder lid een be
grooting dient te worden aangeschaft en deze begrootingen,die
als het ware heele boekdeelen zijn,veel geld kosten.Naar hij
1
n