|hf V^S.4 een afschrift der rekening-cour ant jboezenden. Artikel 4. De rekte en aflossing der rekening zullen worden voldaan uit de gewone en zoo noodig uit de buitengewone inkomsten der gemeente Artikel 5. De eventueele debetsaldi der rekening behooren te zijn afge lost op 31 December van elk jaar,voor het eerst op 31 December 1926. Artikel 6. De Gemeente neemt er te allen tijde genoegen mede,dat het crediet haar door de Bank geheel of gedeeltelijk,naar keuze der Bank,worde verleend in den vorm van een accept-crediet, met dien verstande,dat de gemeente zich verbindt om op de eerster aanvraag der Bank aan deze door de gemeente geteekende pro messen, in coupures en met vervaldata als door de Bank vast te stellen,te verschaffen tot een maximum van het totaal bedrag, dat de Gemeente op het oogsnblik van afgifte van deze promes sen aan de Bank,aan deze,uit welken hoofde ook,uitgezonderd uit hoofde van accept-credietschuldig is. De zegelkosten van de promessen komen voor rekening van de gemeente Artikel 7. De Bank is steeds bevoegd het doen van betalingen op rekening van het geopende crediet te staken,ook al is het bovengenoemde maximum niet bereikt. Zij kan tevens het crediet opzeggen en de rekening opmaken, waarvan het saldo dan binnen drie maanden,gerekend vanaf den dag vafct opzegging,opeischbaar is.Bij gerechtelijke invordering van de rekening behoeft geen afschrift der rekening te worden beteekend of medegedeeld. artikel 8. Indien te eeniger tijd,door eenige wetsbepaling,een of meerdere

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1926 | | pagina 91