69/ ingezetene te worden,waarop een beslist ontkennati. antwoord volgcfe, terwijl deze psrsoon hem gemachtigd en verzocht heert zulks ter kennis van de Hoogere Landsregeering te brengen. Hij vindt het ingenomen stanapunt van Heeren Gedeputeerde Staten van Noordbrabant het meest juiste.Daarin wordt gezegd, dat volgens het Burgerlijk recht de aanwassen bij land ook behooren tot het land,waaraan die aanwas plaats heeftAnaloog in het publiek recht,zouden ook de geheele aanwassen der polders bij Woensdrecht moeten komen en niet bij Zeeland.Al vorens nu echter te antwoorden aan de Commissie van Heeren Gedeputeerde Staten van Noordbrabant en Zeeland,zal hij,namens het Dagelijksoh Bestuur,hst op prijs stellen,eerst hst ge voelen van Uwen Raad dienaangaande te mogen vernemen. De Heer Jansen begrijpt de juiste nieuwe scheiding niet goed en vraagt den Voorzitter dit even nog uiteen te zetten,waar aan de Voorzitter gevolg geeft. De Heer Vermaat zegt,dat hij met belangstelling kennis heeft genomen van de desbetreffende stukken,waaruit voldoende blijkt,dat het College van Burgemeester en Wethouders in deze diligent is geweest.Hij vertrouwtdat het Dagelijksch Bestuur in deze paraat zal blijven en de belangen der gemeente weten te verdedigen waar die van noode zijn. De Voorzitter vraagt of de Heeren zich kunnen vereenigen met een antwoord,waarin wordt aangedrongen om de desbetreffen de gronden bij Woensdrecht te houden en te trachten het daar heen te willen leiden,dat geen nieuwe scheiding tot stand komt Geheel de Raad deelt het gevoelen van het Dagelijksch Bestuur, zoodat het College in overweging wordt gegeven in dien geest te antwoorden. VLEESCHKEURINGSDIENST De Voorzitter zegt,dat het Gemeentebestuur van Bergen op Zoom in verband met de ingebruikneming van het abattoir tegen 1 Januari aanstaande het contract in zake de gemeenschappelijke

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1926 | | pagina 83