00
tL.lo
kunnen "blijventten einde ongewenschte kermisexploitanten te
kunnen weren.
De Heer Vermaat merkt op in deze lisver een slag om den arm
te willen houden en een bepaling in het concept-besluit te
doen opnemen,dat bij het niet binnen komen van inschrijvingen,
het terrein niet gehuurd wordt.
De geer Rens brengt in het midden,dat het Gemeentebestuur
aan de hand van de Gemeentewet en de verordening toch baas
blijft,zoodat hij het niet nooaig acht dit terrein te huren.
Wanneer spreker de opbrengst van de kermisvermakelijkheden
in het vorige jaar nagaat,dan heeft deze de huur nog niet
gedektSlechts 72,50 heeft de kermis opgebracht,zegt
spreker,terwijl de huur 80,- heeft bedragen,derhalve was
er een tekort.
De Voorzitter antwoordt den Heer Vermaat,dat hij geen bezwaar
heeft een dergelijke clausule in het besluit op te nemen,doch
hij vreest,dat Montree alsdan het weiland niet zal verhuren.
Wat de opmerking van den Heer Rens aangaatmeent hij te
moeten antwoorden,dat de Heer Rens een gevaarlijke weg in deze
bewandelt,wijl hij het steeds gevaarlijk aoht met cijfers,
welke men niet juist weet,voor den dag te komen.Ten eerste
heeft het terrein 75,- aan huur gekost,terwijl de opbrengst
over 1925 was 111,12^.De bewering van den Heer Rens over
een tekort is derhalve absoluut onjuist.Ten tweede heeft het
Gemeentebestuur aan de hand van de Gemeentewet niet de minste
bevoegdheid,wel bezit spreker die ingevolge art.188 der
Gemeentewet,wijl hij het oppertoezicht heeft over schouwbur
gen, openbare vermakelijkheden enz/daarenboven heeft hij ook
de bevoegdheid om toestemming te verleenen of te weigeren
voor vermakelijkheden ingevolge art.56 der Plaatselijke
Politieverordening.Nog meent hij in het midden te moeten
brengen,dat het kermisvolk eigenaardige lieden zijn,die zich
van verbalen niets aantrekken,men dient met die lieden steeds
zeer tactvol om te gaan.Na alles overwègen te hebben,meent
L| ^AAAA. I