c.^7- 56 III. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLING EENER VERORDENING ALS BEDOELD BIJ ART.178 DER GEMEENTEWET. De Voorzitter doet voorlezing der verordening,als bedoeld bij art.178 der Gemeentewet,welke verordening zonder hoofde lijke stemming wordt vastgesteld. Deze verordening luidt als volgt: De RAAD der Gemeente WOENSDRECHT; Overwegende,dat volgens artikel 178 der Gemeentewet de Raad ten minste eenmaal in de vijf jaar moet verklaren,welke ver ordeningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd,als nog geldende zullen worden aangemerkt; HEEFT BESLOTEN vast te stellen de navolgende verordening: VERORDENING ALS BEDOELD IN ART- 178 DER GEMEENTEWET. Eenig artikel. De verordeningen,tegen wier overtreding straf is bedreigd, die voortdurend en met uitsluiting van alle andere geldend blijven,zijnde de volgende: 1. Algemeene Plaatselijke Politieverordening voor de gemeente Woensdrecht,vastgesteld 18 October 1921; 2. Verordening op de keuring van waren in de gemeente Woens drecht, vastgesteld 25 Mei 1921; 3. Verordening op de keuring van vee en vleesch in de gemeente Woensdrecht,vastgesteld 20 December 1922; 4. Verordening,bedoeld in art.l der Woningwet (bouwveror dening voor de gemeente Woensdrecht) vastgesteld 17 Juli 1923. IV. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT BELEGGING DER DOOR HET BESTUUR VAN DE R.K. MEISJESSCHOOL,TE HOOGERHEIDE, GESTORTE WAARBORGSOM MET VOORSTEL TOT'WIJZIGING DER BEGROOTING DIENST 1925. De Voorzitter licht het voorstel toe en zegt,dat door het Bestuur van het Zedelijk Lichaam "Vereeniging van Vrouwen tot het geven van Onderwijs",te s Hertogenbosch,tevens

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1926 | | pagina 72