De Heer Hussaarts brengt in het midden,dat de familie Moors gevoegelijk die portretten aan de gemeente zou kunnen schenken, dan behoeven die koeten niet te worden gemaakt,waar het toch gaat ter respect dier familie. De Heer Hens zegt,dat hij wel iets voelt voor het voorstel van den Voorzitter wijl dit een sympathiek idee inhoudt, doch gezien de armoede die door verschillen e gezinnen geleden wordt,zal hij tegen het voorstel van den Voorzitter stemmen. De Voorzitter antwoordt,dat de Heer Hens steeds met groots woorden schemert die eigenlijk niets behelzen; wat armoede aangaat dan moet de Heer Rens maar eens zien wat een geld er stuk geslagen wordt met kermissen en andere festiviteiten. De jjeer Rens interrumpeert,dat het hoog noodig is,dat die kermissen en andere feestelijke gelegenheden worden afgeschaft, waarop de Voorzitter antwoordt,dat zulks,gezien het karakter der bevolking,niet mogelijk is. Het voorstel van den Voorzitter om de portretten aan te schaffen van zijne twee ambtsvoorgangers en die in de raadzaal te doen hangen,wordt aangenomen met aoht tegen twee stemmen. Tegen stemden de Heeren Hussaarts en Rens. De Heer van Wijk merkt op,dat er des avonds en des nachts bij den veldwachter verschillende vreemdelingen om logies komen vragen en dat hij het noodig zou oordeelen,dat den veldwachter te Hoogerheiae een lichtpunt werd gegeven in den gang,dan kon hij de mesohen goed onderscheiden,terwijl dit te meer nog noodzakelijk is om de paspoorten en andere papieren te kunnen onderzoeken. De Voorzitter brengt in het midden,dat hij de daarstelling van een lichtpunt bij veldwachter Aarden strikt noodig acht,waar, gezien het kruispunt van internationale wegen, yerschillende vreemdelingen om logies komen vragen.p-et is dan in ieder geval noodig dat de politie in staat is de pspieren dier persondn te onderzoeken.Bij veldwachter Sohijvenaara echt hij zulks niet noodig,doch ten einde geen onderscheid te maken,wil hij

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1926 | | pagina 67