4«X nieuwe, "belastingjaar op de "begrooting 1826 worden gevoteerd, zoodat 1/3 gedeelte nog overblijft voor het dienstjaar 1937. Het vastgesteld inkoken voor de Gemeentelijke inkomstenbelas ting heeft,blijkens medsdseling van den Inspecteur der Directe Belastingen,voor den uienst 1925/1826 tot op heden bedragen 1.300,520,-,terwijl de aftrek voor noodzakelijk levensonder houd bedraagt 513700,-.Ket zuiver belastbaar inkomen over gemeld belastingjaar heeft derhalve bedragen 1.300.520,- - 513.009- is 786,820,-. De totale opbrengst aan Gemeentelijke inkcmstenbelasting over meergemeld belastingjaar heeft tot op heden bedragen 22.373,50,terwijl nog eenige forensenaanslagen niet werden opgelegd,zoodat de eindopbrengst vermoedelijk wel te raraen zal zijn op 23.000,-. Van dit bedrag zal 2/3 gedeelte moeten worden geboekt op'den dienst 1925,zoodat voor het dienstjaar 1926 nog overblijft ruim 7600,-. Waar de inkomens over het jaar 1925,welke tot grondslag strekkei voor het belastingjaar 1926/1927,voor den landbouw eenigszins lager zijn te raraen,doch voor de overige categorieën van inge zetenen hetzelfde zullen blijven, zal het totasd aan belastbaar inkomen,inbegrepen de forensenaanslagen,voor het belastingjaar 1926/1927 wel op ongeveer 786.000,- zijn te ramen. Dit belastbaar inkomen berekend tegen 2,8$ geeft een opbrengst van 22.008,-.Van dit bedrag zal 14.672,- worden geboekt op het dienstjaar 1926,zoodat het restant ad 7.336,- bestemd zal worden voor het jaar 1927. Door een erg zuinig beheer te voeren zal met voormeld bedrag voor het dienstjaar 1226 kunnen worden volstaan,terwijl in het dienstjaar 1927 tevens kan beschikt worden over het voordeelig saldo,welke het dienstjaar 1925 zal opleveren. Wij meenen,dat een heifingspercentage ad 2,8$ voldoende zal zijn,waarom den pa ad warofvcoraesteld dit percentage over het belastingjaar 1936/1927 te doen heffen, ^4 ,\A>wOua7vt 1

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1926 | | pagina 63