derhalve geen onderwerp van behandeling uit. De Voorzitter merkt op,dat voor werkverschaffing een tijd van beginnen en een tijd van eindigen ie, terwijl het uitgegeven bedrag de som op de begrooting vermeld begint te benaderen. Alsnog stelt hij de vraag of de menschen voldoende moeite doen om elders trachten werk te vindenjait laatste betwijfelt spreker.Verder meent hij het voorstel van Burgemeester en Wet houders te moeten handhaven. De Heer van Wijk deelt hierna mede,dat hij deze week met nog enkele mensohen gesproken heeft die aan de werkverschaffing werken.Hij zeide,dat die lieden in de courant gelezen hadden, dat in deze vergadering over werkverschaffing 201 gesproken worden. Op zijne vraag of zij wel goed wi§ten,dat de werkverschaffing spoedig zou worden stop gezet en ieder dederom werk zou mosten gaan zoeken,antwoordden zij,dat zij wel spoedig werk op het veld zouden vinden.Ha dit alles meent hij gerust voor het voor stel van Burgemeester en Wethouders te kunnen stemmen. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders om de werkver schaffing op Vrijdag 2 April te doen eindigen in omvraag ge bracht,wordt aangenomen met negen tegen een stem.Tegen stemde de Heer Rens. Hierna doet de Voorzitter voorlezing van het schrijven van ae Commissie van Toezicht op de Arbeidsbemiddeling met de daarbij behoorende oirculaire om die te ve rspre iaën. Spreker merkt op, dat het Dagelijksch Bestuur geen bezwaar heeft tegen die cir culaire; alleen de laatste zinsnede,welke als het ware een dwangclausule inhoudtwenscht het Dagelijksch Bestuur veran derd te zien en te doen luiden als volgt: "Ten slotte wijst de Raad er U op,dat door zulks te doen gestreefd wordt naar zelfhulp ten einde in de inkomsten van Uw gezin te kunnen voorzien,wanneer U door eventueele werkloosheid zou getroffen worden. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de gewijzigde cir culairs te doen verspreiden op verschillende plaatsen in deze A/u^O

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1926 | | pagina 60