y i ?f g„ Alle de leden Onzer Co. /.issie verklaarden zich eenparig tegen de totstandkoming van dit Ontwerp van Wet,op grond van ae beweegredenen neergelegd in "bovengenoemd schrijven van Burgemeester en Wethouders,alsmede op gron van de motieven te sen deze grenswijziging,welks in de .Ismoris van Toelichting door Hesren Gedeputeerde Staten dezer provincie op den voor grond zijn gebracht. 0nz3 geheels Gommi ie meende met klem te oeten protesteeren tegen den gedwongen overgang, van ingezetenen naar een andere gemeente,cq.andere provincie,te meer omdat die ingezetenen Noordbrabander zijn en zich meer aaneengesloten gevoelen bij de provincie Noordbrabant, c. q.de gemeente Woensdrecht, dan bij de provincie Zeeland. Ook tegen den gedwongen afstand van grondgebied verklaarden zich alle de leden Onzer Commissie,omdat die gronden voor de toekomst een groote bron. van inkomsten zullen opleveren,ter wijl de in het Wetsontwerp neergelegde schadevergoeding in gsenen deels zal opwegen tegen het moreel en materieel verlies dat de gemeente Woensdrecht door deze gebiedsovergang zal komen te lijden. Deze bijeenkomst Onzer Commissie werd door den Heer Meeus benut om nog eens te wijzen op zijne op 28 Hei 1926 aan den Heer Burgemeester toegezonden verklaring,waaruit voldoende blijjt,dat deze persoon er absoluut niet mede instemt inge zetene van de gemeente Rilland-Bath,c.q.de provincie Zeeland,t worden. Na eeniwe discussie werd verder, onder referte naar de brieven van Burgemeester en Wethouders dezer gemeente d.d.10 Mei No. 8/35 b, 9 Juni,No.11/35 b, 3 Augustus No.13/35 b, van het jaar 1922 en d.d.8 Juli 1825,No.2/30 b.omtrent deze aangelegenheid aan Uw College gezonden,zonder hoofdelijke stemming besloten, zich tegen dezen gebiedsafstand te verklaren en Uw College beleefd te verzoeken bij den Heer Minister van Binnsnlandsche

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1926 | | pagina 137