I 99
cLt^je>x^A>-v>t- V°J 2-®
Hierna vraagt .e Voorzitter asn den Heer Heeus of hij zich
houdt aan de indertijd afgelegde verklaring,wat "betreft zijn
gedwongen overgang,bij de totstandkoming van dit Wetsontwerp,
naar de provincie Zeeland.
De Heer Meeus antwoordt,dat hij bij zijne eenmaal afgelegde
verklaring blijft en tegen den geotwlngen overgang meent te
moeten protesteeren op de gronden,neergelegd in zijne inder
tijd afgegeven verklaring.
De Voorzitter zegt voldoende uit de discussie's te- kunnan
bemerken,dat alle de leden zich tegen dezen gebiedsafstand
verklaren en meenen te moeten protesteeren tegen den gedwongen
overgang van ingezetenen naar een andere gemeente,c.q.andere
provincie
Hierna doet hij voorlezing van het concept-antwoord,hetwelk
zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld en waaruit
voldoen..e van net gevoelen der Commissie blijkt.
Dit sohrijven luidt als volgt:
Onderterugzending van het aan het Dagelijksch Bestuur dezer
gemeente bij nevensvermeld schrijven toegezonden Wetsontwerp,
regelende de grensscheiding tusschen de gemeenten Woensdreoht
en Rilland-Bath,hebben wij de eer het volgende ter kennis van
Uw College te brengen:
In de vergadering van Onze Commissie d.d.gisteren werd door
den Voorzitter de behandelirg van voormeld Wetsontwerp aan
de orde gesteld en werd zoovel dit stuk als de daarbij be-
hoorende Memorie van Toelichting door voorlezing geheel te
onzer kennis gebracht.Eveneens erd voor de leden Onzer
Commissie de gelegenheid geopend kennis te nemen van het
schrijven van Burgemeester en Wethouders dezer gemeente d.d.
14 Juni 192S,IIo2/31 B,het -elk omtrent deze aangelegenheid
in gezonden aan de Commissie uit de Gedeputeerde Staten van
Noordbrabant en Zeeland,welke Co. missie met de voorbereiding
van dit Wetsontwerp is belast.
J. »W r V