-
,o> 1
L A
/120
X,
VERGADERING van de COMMISSIE VAN INGEZETENEN,
als bedoeld.bij. art. 131 der Gemeentewet,op Dinsdag 7 Dec Jeer
1926 des namiddags te vijf uur.
Voorzitter: de Edelohtb.Heer J.J.M.Hubert,Burgemeester dezer
gemeente
Tegenwoordig zijn de Heeren: P.J.Melsen, J.J.Veraart, C.StuijtsJ
A. leeus, F.Goossens,AntSoffers en Chr.Davervsldt
De Voorzitter heet de Heeren welkom in deze zaal en zegt dat
de Heeren bij enkele candidaatstelling benoemd zijn tot leden
dezer Commissie,aan welke Commissie wordt opgedragen ha-ar
oordeel uit te spreken over het Wetsontwerp tot regeling der
grenzen tusschen de gemeenten "bensdrecht en Rilland-Bath,o.q.
de provinciën Ncordbrabant en Zeeland.Alvorens echter tot de
werkzaamheden over te gaan,stelt de Voorzitter aan de orde
het onderzoek der geloofsbrieven.
De geloof abri--ven van voormelde Heeren worden door den Voor
zitter onderzocht en in orde bevonden,waarna de Commissie II
besluit tot toelating harer leden.
Hierna doet de Voorzitter voorlezing van het Wetsontwerp
regelende de grensscheiding tusschen voormelde gemeenten en
voormei e provinciën,terwijl hij tevens ter kennis van de ledenj
brengt het schrijven van Burgemeester en ftsthouders d.d.14
Juni 1926,alsmede het gevoelen van den Raad,uitgedrukt in een
brief van 27 October dezes Jiaars aan Heeren Gedeputeerde
Staten dezer provincieSpreker merkt op,dat de Raad met
algemeen© stemmen besloten heeft zich tegen dezen gebiedsaf-
atand te verklaren,zoodat ook van U mag verw\oht worden,dat
Uwe Commissie na beraadslaging tot eenzelfde conclusie zal
komen.Hierna geeft hij na een ruime uiteenzetting op welke
wijze dit Wetsontwerp is totstandgekomen en zet in het kort
uiteen het onderhoud,dat hij indertijd gehad heeft met den
toenmaliwen ..inistsr van Binnsriandsche Zaken,Jhr.Huys de
Beerenbrouck