I 100^ Naar aanleiding van het door Uwe Commissie ingediende nevens- vermelde rapportaangaande de door ons College aan Uwen paad op 3 September j.1.aangeboden begrooting,hebben wij de eer het volgenae ter kennis van uwen Raad te brengen: Niectegenstaande door ons College getracht is de uitgaven zooveel mogelijk te bekrimpen door verlaging van verschillende uitgaafposten,zijn toch eenige uitgaven op een hooger bedrag gevoteerd dan de begrooting voor 1926 aangeeft.De post voor armlastige krankzinnigen is van 5144,- gebracht op 6100,-, zoodat deze verhooging een vermeerdering van uitgaven aan geeft van 956,-.Eeveneens is net subsidie voor het Burger lijk Armbestuur met een bedrag ad 200,- verhoogd en van 2100,- op 2300,- gebracht tengevolge van de meerdere verpleegkosten van patiënte^ dien ten laste van het Burger lijk Armbestuur verpleegd worden. De post van bijdragen dezer gemeente in de kosten van scholen voor het Lager Nijverheidsonderwijs is eveneens met 950,- verhoogd moeten worden,waar in het komende begrootingsjaar de afrekening kan worden ingewacht van de door den Minister van Onderwijskunsten en Wetenschappen goedgekeurde rekening dier scholen over de jaren 1924 en 1925.Alsnog wordt op deze begrooting gevoteerd een bedrag ad 4000,- wegens de uit- keering aan het Rijk van het aandeel in de kwade posten wegens de Directe BelastingenDeze kwade posten zijn te ramen als- volgt: 2600,- voor de Gemeentelijke inkomstenbelasting; 200,- voor de Personeele belasting en 1200,- voor de op centen op de Rijskinkomstenbelasting. Tegenover deze vermeerdering van uitgaven tot een bedrag van 6106,- hebben wij verschillende andere uitgaafposten dus danig kunnen besnoe;lien,dat wij in staat zijn geweest Uwen Raad een begrooting aan te bieden,waarin de belasting ongeveer op eenzelfde niveau kan gehandhaafd blijven. Hierom treft het ons aangenaam van Uwe Commissie te mogen vernemen,dat deze begrooting getuigt van een economisch te

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1926 | | pagina 114