IX.' <9- z?*-5" s-^f- 263
digs belast met de armenpraktijk.
3.SCHRIJVEN VAN HEEREN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORDBRABANT?
d.d.13 Juli 1925,G.No.250,houdende toezending van een
Koninklijk Besluit van 23 Juni 1925,No.58,in zake goed
keuring der belastingverordening op vermakelijkheden.
4.SCHRIJVEN VAN HEEREN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORDBRABANT
d.d.22 Juli 1925,G.No.146,houdende toezendinv van een
Koninklijk Besluit van 23 Juni 1825No.50,in zake de goed
keuring der belasting van Secretarieleges.
Besloten wordt deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.
RONDVRAAG.
De Heer Gor'is brengt in het midden den bij van Ostaaij plaats
geha héLbbenaen brand. Spreker zegt vernomen te hebben dat van
Ostaaij genoodzaakt wordt achteruit te bouwen,zoodat de Ver
zekeringsmaatschappij alsdan geen vergoeding zal geven voor
de bestaande fundeering.Spreker vraagt of het niet mogelijk
zal zijn hem van gemeentewege vergoeding te geven.
De Heer Moors zegt,dat het achteruit bouwen force majeur is,
waar diens pand een eind terug zal moeten,wijl het te veel op
den weg staatSpreker zegt er niet aan te twijfelen of in dit
geval zal de Verzekering voorzeker vergoeding voor de fun
deering geven.
De Voorzitter merkt op,dat voor dit pand door het Dagelijksch
Bestuur Ingevolge de Bouwverordening de rooilijn moet worden
vastgesteld. Zouden Burgemeester en Wethouders, ingevolge die
verordening,hem toestemming verleenen dezelfde rooilijn te
handhaven,dan zal dit besluit wel door Keeren Gedeputeerde
Staten aan de Kroon ter vernietiging worden voorgedragen,als
zijnde in strijd met een algemeen verkeersbelang.Spreker
acht geen enkelen term aanwezig om in deze voor te stellen
van gemeentewege vergoeding toe te kennen.
De Heer Vermaat wijst op den slechten toestand van den weg
in de DuinstraatSpreker zou gaarne zien,dat met het oog op