£-/ - I q 229 mocht het den Voorzitter blijken,dat niet voldoende in den geneeskundigen dienst wordt voorzien,alsdan ware voor de benoeming een afzonderlijke vergadering te beleggen. Al de aanwezige Raadsleden kunnen zich vereenigen met het voorstel van den Voorzitter,terwijl zij een eventueele be noeming van'Dr.J.v.d.Kar in de eerstvolgende vergadering tosjuichen.Verder wordt zonder hoofdelijke stemming bepaald, dat aan den te benoemen geneesheer geen geldelijke tegemoet koming zal worden verleend voor het tijdvak van heden tot 1 September,dat door Dr.de Bruijn de ambtswoning wordt beroond. Niets meer te behandelen zijnde en niemand meer het woord verlangend sluit de Voorzitter deze besloten zitting. Aldus opgemaakt te Hoogerheide den 21 April 1925. DE VOORZITTER, DE WETHOUDER,

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1925 | | pagina 52