v-A22 gadering besproken is.Alvorens op het voorstel van den «eer Rens in te gaan,moet de Raad besluiten of de aanmerking van den Heer Rens al dan niet gegrond is,waar bij niet gegrond- verklaring, volgens het Reglement van Orde,geen wijziging in de notulen kan worden gebracht. Het mesrendeel der leden beaamt, dat wel een dergelijk besluit i3 gevallen om het teekenen der werkloozen de eerste week in Februari te doen eindigen. De Heer Rens merkt op,dat nu verschillende leden zich uit spreken,dat ee-^i dergelijk besluit welxgevallen is,hij zich mogelijk dan vergist kan hebben. De voorgelezen notulen worden hierna onveranderd vastgesteld. De Voorzitter doet voorlezing van ïet kohier der Hondenbelas4 ting,hetwelk na eenige aanmerkingen wordt vastgesteld op een bedrag ad 592,-. De Voorzitter deelt mede,dat voor de werkverschaffing aan de wegen is uitgegeven 490,80,terwijl voor de beide ontginning vermoedelijk 98,20 betaald zal moeten worden.Waar J.v.d.Velde met het oog op het zware werk niet in accoord heeft laten werken,doch 2,- per dag heeft uitbetaald,zal het te betwij felen zijn,of alsnog rijkssubsidie wordt toegekend,waar in deze niet strikt is vastgehouden kunnen worden aan het besluit van den Minister.De Hoofdopzichter der HeideMaatschappij zal echter zijn best doen^dat het toekennen van subsidie wordt mogelij k gemaakt De Heer van Wijk vraagt hoe over het werk der menschen geoordeeld wordt. De Voorzitter antwoordtdat de Hoofdopzichter der Heide Maat schappij de Heer Verhagen,zeer tevreden is over deze ontgin ningswerkzaamheden, terwijl de werkloozen schitterend werk hebben geleverd. De Voorzitter zegt alsnu den Heer Vermaat te willen beantwoorden Spreker wil eerst nog voorstellen Dr.de Bruijn in de gelegen-e heid te stellen tot 1 September a.s.de ambtswoning te bewonen, wijl diens aangekocht pand op het eind der maand Augustus

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1925 | | pagina 50