ui I Cf IS- ^221 Op de begrooting dienst 1925 is geraamd aan inkomsten 26000,- voor Gemeentelijke inkomstenbelasting en 11000,- aan opcenten Rijks inkomstenbelasting.De 100 opcenten op de Rijks inkomstenbelasting zullen gemelde som opbrengen.Het vastgestelde inkomen heeft voor den dienst 1924/1925 bedragen 1.345238,-,terwij 1 de aftrek voor noodzakelijk levens onderhoud is vastgesteld op 493470,-.Het zuiver belastbaar inkomen bedroeg over gemeld belastingjaar 1.345.238,- - 493.470,- is 851.768,-.Dit laatste bedrag bedekend tegen 3geeft een opbrengst van 25553,04.Als grondslag voor het belastingjaar 1924/1925 zijn genomen de inkomsten van het jaar 1923.Waar hst jaar 1924 voor de landbouwers gun stiger is geweest dan het jaar 1923,zal het belastbaar inkomen van den komenden dienst een weinig hooger zijn te ramen,doch deze gunstige gesteldheid van den landbouw mag niet te hoog worden geschat,zegt spreker.De Voorzitter merkt nog opdat voor het dienstjaar 1925 in 's Rijkskas moet teruggestort worden 2146,51 wegens te veel genoten rijks bijdrage ten behoeve van het Lager Onderwijs over het jaar 1922,terwijl de post voor krankzinnigen met 650,- moet worden verhoogd.Waar de post voor werkverschaffing nog een restant heef$ van 910,- geeft het meerdere verschil in ontvangst en in uitgaaf een bedrag van ongeveer 2000,- nadeelig saldo.Het Dagelijksch Bestuur neemt aan,dat de in komsten van den landbouw over het jaar 1924 een meerdere inkomst zullen geven ad 50000,-,dan zou het belastbaar inkomen geraamd kunnen worden op /^BOOOO,-,zoodat alsdan volstaan kan worden met een belastingpercentage gropt 2,8 Het percentage dient derhalve 0,3$ te worden verhoogd,dit is wel jammer,doch de finanoien der gemeente leiden daartoe. De Heer Vermaat zegt,hoe ongaarne hij ook tot verhooging van het percentage overgaat,hij toch aan dit voorstel zijn stem zal geven.Onze gemeente,zegt spreker,heeft altijd een

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1925 | | pagina 44