4 210
a. ten "behoeve van den Rijksdienst en den Provincialen dienst
b. ter uitvoering van de Landarbeiderswet;
c. overeenkomstig art.15 der Wet van 26 Mei 1870,Stbl.No.82,
betrekkelijk de Grondbelasting.
Artikel 2.
Het recht is verschuldigd door hem,die van de in art.l dezer
verordening genoemde diensten gebruik maakt.
Artikel 3.
Aan de betaling van-legesgelden zijn niet onderworpen:
a. atte statiën de vita tot het ontvangen van pensioen of
lijfrenten ten laste van het Rijk,de Provincie of de Gemeente
b. de stukken door onvermogenden in hun persoonlijk belang
benoodigd,mits zij van hun onvermogen doen blijken door een
verklaring van het bestuur hunner woon- of verblijfplaats.
c. de bevelschriften van betaling.
d. de stukken en inlichtingen,waarvan de kostelooze afgifte
of verstrekking bij eenig wettelijk voorschrift aan de
gemeentebesturen is opgelegd of van regeeringswege aan de
gemeente is aanbevolen.
Artikel 4.
Deze verordening treedt in werking op 1 Juli 1925,op welken
datum de thans geldende bepalingen op de heffing en invor
dering van secretarie-leges vervalleh.
B. VERORDENING OP DE INVORDERING
VAN SECRETARIE-LEGES IN DE GEMEENTE
WOENSDRECHT.
Artikel 1.
1. De Secretarieleges moeten worden voldaan bij de aanvraag
der stukken en werkzaamheden.
2. Zij worden,behouders het bepaalde in de laatste alinea van
artikel 5,voldaan in handen van den Gemeente-secretaris of
die hem vervangt.