19 4
Z 3- IC] Z 5
Art.7.
De boekhouding van het G.E.B.wordt gevoerd naar het beginsel
der dubbele methode.
Het boekjaar loopt van 1 Januari tot en met 31 December,
op welk laatste tijdstip de boeken worden afgesloten en
de rekening,bedoeld in art.37 der Rekeningsvoorschriften
1924 wordt opgemaakt,welke,vergezeld van het in art.38,1.1.
dier Voorschriften bedoelde verslag vóór 30 Juni aan den
Raad wordt aangeboden.
Art.8.
Het bedrijfsresultaat over eenig boekjaar wordt bepaald
door vergelijking der baten en lasten,welke op de verlies-
en winstrekening voorkomen.
De baten bestaan uit ontvangsten voor stroomlevering,huur
van meters en installaties,opbrengst van straatverlichting
en verlichting van gemeentegenouwen en eventueele toevallige
baten.
Onder de lasten zijn te rangschikken: stroomaankoop,huur
transformatorstation,onderhoud,beheer en administrattekosten
interestdiverse algemeens kosten en afschrijving.
Art.9.
Jaarlijks zal op de actitea en de stichtingskosten van het
G.E.B.in totaal worden afgeschreven een bedrag gelijkstaande
met 1/35 deel van het nominale bedrag der door de gemeente
ten behoeve van het G.E.B.gesloten leeningen,zulks in verte
band met het bepaalde in artikel 3 betreffende den duur
deze leeningen en de wijze van aflossing.
Art.10.
Eeen nadeelig saldo der verlies- en winstrekening over
eenig boekjaar zal door de gemeente uit haren gewonen
dienst in de kas van het G.E.B.worden gestortwanneer dit
niet uit de in het derde lid dezer leeningen kan worden
gedekt
In afwijking van het in het vorig lid bepaaldebehoeft
indien een bedrijf in de aanvangsjaren der exploitatie zijn