Jfy.
Am
JLd I I
vervolgens aan het einde van elk volgende boekjaar tot en
met het vijf en dertigstezoodanig,dat voor zoover zulks
in verband met de nominale waarde der uit te geven obli
gation mogelijk is,de jaarlijksohe aflossingen gelijk zijn,
met welk beginsel bij de vaststelling van het aflossingsplan
zal moeten worden rekening gehouden.
Worden de voor het G.E.B.benoodigde gelden niet door
leening,doch uit eigen middelen der gemeente verkregen,dan
zal het G.E.B.aan de gemeente alle kosten vergoeden,welke
voor het beschikbaar krijgen daarvan worden gemaakt.In dit
geval wordt met betrekking tot de terugbetaling door het
G.E.B.van de door de gemeente aan het bedrijf voorgeschoten
gelden vastgesteld,dat in deze zal gehandeld worden,als warer
de gelden door de gemeente uit leening verkregen.Het G.E.B.
vergoedt verder aan de gemeente jaarlijks die inkomsten,
welke deze ter oorzake van het in het G.E.B.vastleggen
harer middelen derft.
Art.4.
De straatverlichting en verlichting van gemeentegebouwen
zal door de gemeent^fean het G.E.B.worden vergoed tegen de
voor lichtverbruikers voor afname volgens metertarief
geldende prijzen;de kosten van aanleg en onderhoud zijn
voor rekening van het G.E.B.
Art.5.
Alle overige leveringen en diensten door de Gemeente ten
behoeve van het G.E.B.en door het G.E.B.ten behoeve van de
Gemeente verrichtworden door en aan het bedrijf vergoed op
den voet,waarop dergelijke leveringen en diensten aan derden
in rekening gebracht worden.
Art.6.
De begrooting,bedoeld in art.14,eerste lid,der begrootings-
voorschrflbften 1924,wordt jaarlijks vijf maanden voor den
aanvang van het jaar,waarvoor zij moet dienen,aan Burge
meester en Wethouders aangeboden.
ïl
re
?n
ie
O